Landen & steden (pays et villes)

Bonjour Dunyah !
Lundi 18 novembre
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bonjour Dunyah !
Lundi 18 novembre

Slide 1 - Tekstslide

en / au / aux
Regarde bien :
Je suis allé en France.
Je suis allé au Canada.
Je suis allée aux Etats-Unis.

In welke gevallen gebruik jij "en", of "au", of "aux"?

Slide 2 - Tekstslide

en / au / aux
Regarde bien :
Je suis allé à le Canada = 
Je suis allé au Canada.
"à le" bestaat nooit in het Frans!! 
"à le" word altijd "au"!!


Slide 3 - Tekstslide

en / au / aux
Regarde bien :
Je suis allé à les Etats-Unis = 
Je suis allé aux Etats-Unis.
"à les" bestaat nooit in het Frans!! 
"à les" word altijd "aux"!!


Slide 4 - Tekstslide

à + le = au; à + les = aux

Tout le monde chante !

à plus le, c'est au;
à plus les, c'est aux avec un "x" !

Slide 5 - Tekstslide

namen van landen
In het Frans hebben landen een lidwoord.
Een land is  vrouwelijk, mannelijk of meervoud:
la France
l'Angola (m)
le Danemark
les Pays-Bas


Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsels + landen/steden
Landennamen hebben in het Frans een lidwoord.
Ze zijn dus mannelijk, vrouwelijk of meervoud...

  • Eindigt een land op de letter -e      -> vrouwelijk    -la France
  • Eindigt een land op de letter -s      -> meervoud    -les Antilles
  • Eindigt een land op iets anders     -> mannelijk      -le Brésil

Slide 7 - Tekstslide

... Maroc
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 8 - Quizvraag

... Italie
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 9 - Quizvraag

Révision
à / au / aux / en
dorp / stad
à
Je vais à l'école à Amsterdam.
land (mannelijk)
au
Je vais au Japon.
land (meervoud)
aux
J'habite aux Pays-Bas.
land (vrouwelijk)
en
Nous allons en France.

Slide 10 - Tekstslide

Je vais ...
A
au Maroc
B
en Maroc
C
aux Maroc
D
à Maroc

Slide 11 - Quizvraag

Ornelle est allée ... Ecosse
A
au
B
aux
C
en
D
à

Slide 12 - Quizvraag

Sénégal
États-Unis
Belgique
Marseille
Pays-Bas
Paris
au
aux
en
à
aux
à

Slide 13 - Sleepvraag

Revenir de: terugkomen (van)
Douyna est allé à l'Eurovision (in/ naar)

Il revient de Londres (uit/ van)
Ornelle et sa mère reviennent d'un super spectacle (uit/ van).
Elle reviendra demain de Shanghai.

Slide 14 - Tekstslide

Dunyah est allé ... Madrid, ... Espagne.
Il reviendra demain ... Paris.

Slide 15 - Open vraag

Heb je de lesdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll