In de vroege Middeleeuwen hadden mensen een moeilijk leven. Dokters wisten niet zoveel als nu. Weinig kinderen bleven in leven. En volwassenen werden niet oud. Er was vaak hongersnood, omdat de oogst was mislukt.
Maar mensen geloofden dat God hen kon helpen. Ze moesten als goede christenen leven. Dan zouden ze na hun dood in de hemel komen, waar alles goed en mooi was.