Week 3 Themakaart C4
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Waar liggen de nieren ten opzichte van alle andere omliggende organen?
A
thv wervel L2
B
thv wervel TH12
C
Thv wervel C7
D
thv wervel S1
Slide 7 - Quizvraag
De ligging van de nieren:
A
Links lager dan rechts
B
Rechts lager dan links
C
Links en rechts liggen evenwijdig
Slide 8 - Quizvraag
De werking van de nieren berust op een combinatie van processen. Welke?
A
Bloeddruk, ultrafiltratie en terugresorptie
B
filtratie, terugresorptie en uitscheiding
C
Produceren van vocht, bloeddruk en ultrafiltratie
Slide 9 - Quizvraag
Hoe heet de filteréénheid van een nier
A
Glomerulus
B
Lis van Henle
C
Kapsel van Bowman
Slide 10 - Quizvraag
De in- en uitgang van de nieren heet:
A
Nierpapil
B
Nierhilus
C
Pyelum
D
Cortex
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel procent van ons hartminuutvolume gaat naar de nieren?
A
5 %
B
10%
C
20%
D
30%
Slide 12 - Quizvraag
De buis die van de nier naar de blaas gaat ... heet:
A
Ureter
B
Urethra
Slide 13 - Quizvraag
Welke hormonen spelen een rol bij de bloeddrukregulatie in de nieren?
A
Adrenaline
B
ADH, aldosteron
C
TSH
D
Oxytocine, melatonine
Slide 14 - Quizvraag
Tussen welke twee onderdelen zou de stroming van urine verstoord worden wanneer een ureter door een niersteen is geblokkeerd?
A
Nierkelk- Nierschors
B
Blaas- urinebuis
C
Ureter -Pyelum
D
Pyelum- Vesica urinaria
Slide 15 - Quizvraag
Voorurine-urine.
Welke bestanddeel zit wel in voorurine maar niet in urine?
Welke bestanddeel zit wel in voorurine maar niet in urine?
A
Eiwitten
B
Bloedcellen
C
Glucose
D
Water
Slide 16 - Quizvraag
Welke invloed heeft een daling van de bloeddruk op de glomerulaire filtratie snelheid?
A
Afname filtratiesnelheid - stijging Renine
B
Toename filtratiesnelheid- daling Renine
C
Afname filtratiesnelheid- daling Renine
D
Toename filtratiesnelheid- stijging Renine
Slide 17 - Quizvraag
Uit welk gedeelte van de nieren worden de afvalstoffen en vocht uit het bloed gefilterd?
A
Kapsel van Bowman
B
Glomerulus
C
Pyelum
D
Nierkelk
Slide 18 - Quizvraag
Wat gebeurd er bij iemand met een te hoog natrium?
A
Minder vochtuitscheiding
B
Meer vochtuitscheiding
Slide 19 - Quizvraag
Wat kan het gevolg zijn van hyperkaliemie?
A
Dehydratie
B
Oedemen in benen
C
Hartritmestoornissen
