BS6 Regeling

BS 6 Regeling
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

BS 6 Regeling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
- Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Hormoonstelsel
- Bij regeling werkt zenuwstelsel samen met hormoonstelsel. 
- Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren. 
- Een klier is een orgaan dat stoffen produceert, bijvoorbeeld zweetklieren, talgklieren en speekselklieren. 
- Hormoonklieren produceren
hormonen. Hormonen zijn stoffen
die de werking van organen regelen.

Slide 3 - Tekstslide

Hormoonklieren
Hormoonklieren geven de hormonen af aan het bloed. Via het bloed komen de hormonen in het hele lichaam terecht. De hormonen zijn alleen werkzaam in bepaalde organen.

Slide 4 - Tekstslide

Het glucosegehalte
- Glucose uit je voedsel wordt door de wand van de dunne darm heen opgenomen in het bloed.
De hoeveelheid glucose in het
bloed noem je de
bloedsuikerspiegel.
- Het is belangrijk dat het
constant blijft. 

Slide 5 - Tekstslide

Alvleesklier
Hormonen uit de alvleesklier regelen de hoeveelheid glucose in het bloed.
In de alvleesklier liggen de eilandjes van Langerhans, daar worden de hormonen insuline en glucagon gemaakt. Ze houden het constant op 0,1%.


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Werking insuline en glucagon

Slide 8 - Tekstslide

Terugkoppeling
Het glucosegehalte van het bloed wordt constant gehouden. Wordt het glucosegehalte te hoog, dan gaan de eilandjes van Langerhans insuline maken. Wordt het gehalte te laag, dan gaan ze glucagon maken. Deze manier van bijsturen noem je terugkoppeling of feedback. Het resultaat van een proces is dan de oorzaak van bijsturing van het proces:
• een te hoog glucosegehalte
• veroorzaakt een bijsturing (productie van insuline)
• het resultaat daarvan (daling van het glucosegehalte)
• veroorzaakt een volgende bijsturing (productie van glucagon), enzovoort

Slide 9 - Tekstslide

Adrenaline
Als je erg boos of bang bent of ergens van schrikt, geven de bijnieren het hormoon adrenaline af aan het bloed. Onder invloed van adrenaline wordt
glycogeen in de lever omgezet
in glucose. Hierdoor stijgt het
glucosegehalte van het bloed.

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maken BS 6 van thema 5.

Klaar? Zoek uit wat er gebeurd bij diabetes I en II

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
- Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
- Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video