3.1 Stijgen en dalen

Waardoor wordt de arbeid geleverd bij een auto die versnelt?
A
Door de motoren
B
Door de wielen
C
Door de bestuurder
D
Er is geen arbeid
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Waardoor wordt de arbeid geleverd bij een auto die versnelt?
A
Door de motoren
B
Door de wielen
C
Door de bestuurder
D
Er is geen arbeid

Slide 1 - Quizvraag

Hoeveel arbeid lever je als je een kist van 5 kg 2 meter optilt?

A
10 Nm
B
1000 Nm
C
980 Nm
D
98 Nm

Slide 2 - Quizvraag

Als de baksteen omhoog beweegt dan is de arbeid van de zwaartekracht:
A
positief
B
negatief
C
0

Slide 3 - Quizvraag

Als de richtingen van F en s loodrecht op elkaar staan is de door de kracht verrichte arbeid altijd …
A
maximaal
B
gelijk aan F·s
C
gelijk aan -F·s
D
0 J

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de eenheid van Arbeid
A
N
B
Nm
C
J
D
W

Slide 5 - Quizvraag

Wordt arbeid verricht door een persoon of door een kracht?
A
persoon
B
kracht
C
beiden
D
geen van beiden

Slide 6 - Quizvraag




De arbeid die de luchtweerstandskracht verricht, is altijd negatief.


A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

De termen 'massa' en 'gewicht' worden vaak door elkaar gehaald. Welke is natuurkundig de juiste?
A
massa
B
gewicht
C
geen van beiden
D
ze bestaan beiden in de natuurkunde

Slide 8 - Quizvraag

W = F s
Hieruit volgt als eenheid van arbeid:
A
N s
B
kg m
C
kg s
D
N m

Slide 9 - Quizvraag

Zie de figuur hiernaast. De F en Fhor zitten in een rechthoekige driehoek. De overstaande (O), aanliggende (A) en schuine (S) zijde zijn aangegeven. Hieruit volgt met 'SOS, CAS, TOA' voor het verband tussen Fhor en F:
A
Fhor = F x sin(α)
B
Fhor = F x cos(α)
C
Fhor = F x tan(α)
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 10 - Quizvraag

Als de kracht en de bewegingsrichting in DEZELFDE richting zijn, dan geldt voor de hoek α:
A
α = 180 °
B
α = 90 °
C
α = 0 °
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 11 - Quizvraag

Als de kracht en bewegingsrichting in precies tegengestelde richting zijn, geldt α = 180 °.
Hierdoor verandert de formule W = F s cos α in...
(wat geeft cos (180) als antwoord?)
A
W = 0
B
W = F s
C
W = - F s
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 12 - Quizvraag

Als de kracht en bewegingsrichting precies loodrecht op elkaar staan, geldt α = 90 °.
Hierdoor verandert de formule W = F s cos α in...
(wat geeft cos (90) als antwoord?)
A
W = 0
B
W = F s
C
W = - F s
D
Het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 13 - Quizvraag