De Rijn ontstaat hoog in de Zwitserse Alpen. Hier liggen gletsjers waarvan het smeltwater samenkomt in een meertje. Het meertje overstroomt , zodat er een bergbeekje ontstaat. Dit is de
bron van de Rijn. Doordat er steeds meer smeltwaterbeekjes in uitkomen, wordt de rivier groter en wilder. De steile hellingen zorgen ervoor dat het water heel snel stroomt. Hierdoor neemt het grote stenen, grind en zand mee. Algauw bestaat de Rijn niet meer alleen uit smeltwater. Ook regenwater en
grondwater voeden de rivier. Het eerste deel van een rivier vanaf de bron noemen we de
bovenloop. De bovenloop van de Rijn ligt in Zwitserland, Liechtenstein, Oostenrijk, Frankrijk en het zuiden van Duitsland.