Inkomstenbelasting: alles wat je moet weten

Inkomstenbelasting: alles wat je moet weten
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inkomstenbelasting: alles wat je moet weten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat inkomstenbelasting is en hoe het werkt.

Slide 2 - Tekstslide

Benadruk het belang van het begrijpen van inkomstenbelasting en leg uit wat studenten aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Wat weet je al over inkomstenbelasting?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is inkomstenbelasting?
Inkomstenbelasting is de belasting die wordt geheven op inkomen dat je verdient uit werk of investeringen.

Slide 4 - Tekstslide

Definieer inkomstenbelasting en leg uit waar het op van toepassing is.
Wie moet betalen?
Iedereen die in Nederland woont of werkt, en een inkomen heeft dat boven een bepaalde drempel uitkomt, moet inkomstenbelasting betalen.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit wie verplicht is om inkomstenbelasting te betalen.
Hoe wordt het berekend?
Inkomstenbelasting wordt berekend op basis van het belastbaar inkomen. Dit is het totale inkomen minus aftrekposten zoals hypotheekrente en studiekosten.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit hoe inkomstenbelasting wordt berekend en wat belastbaar inkomen betekent.
Tarieven en schijven
Er zijn verschillende tarieven en schijven voor inkomstenbelasting. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger het percentage belasting dat je betaalt.

Slide 7 - Tekstslide

Leg de verschillende tarieven uit en hoe ze van toepassing zijn op verschillende inkomensniveaus.
Aangifte doen
Elk jaar moet je aangifte doen voor inkomstenbelasting. Dit betekent dat je aan de overheid laat weten hoeveel inkomen je hebt gehad en hoeveel belasting je hebt betaald.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat het proces van aangifte doen inhoudt en waar studenten meer informatie kunnen vinden.
Aftrekposten
Er zijn verschillende aftrekposten waar je mogelijk gebruik van kunt maken om je belastingaanslag te verlagen, zoals hypotheekrente en zorgkosten.

Slide 9 - Tekstslide

Geef voorbeelden van aftrekposten en leg uit hoe studenten kunnen bepalen welke aftrekposten ze kunnen gebruiken.
Belasting terugkrijgen
Als je te veel belasting hebt betaald, kun je geld terugkrijgen van de overheid. Dit wordt een belastingteruggave genoemd.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit hoe belastingteruggave werkt en waar studenten meer informatie kunnen vinden.
Belasting betalen
Als je te weinig belasting hebt betaald, moet je bijbetalen. Dit heet een naheffing.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit wat een naheffing is en waarom het belangrijk is om voldoende belasting te betalen.
Samenvatting
Inkomstenbelasting is de belasting die wordt geheven op inkomen uit werk of investeringen. Iedereen die in Nederland woont of werkt en een inkomen heeft dat boven een bepaalde drempel uitkomt, moet inkomstenbelasting betalen. Het wordt berekend op basis van het belastbaar inkomen en er zijn verschillende tarieven en schijven. Elk jaar moet je aangifte doen en er zijn verschillende aftrekposten waar je gebruik van kunt maken. Als je te veel belasting hebt betaald, kun je geld terugkrijgen, maar als je te weinig hebt betaald, moet je bijbetalen.

Slide 12 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en moedig studenten aan om vragen te stellen of om meer informatie te zoeken.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.