3.2 Geslachtschromosomen

Hoofdstuk 3 'Erfelijkheid'
3.2 Geslachtschromosomen 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 3 'Erfelijkheid'
3.2 Geslachtschromosomen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even herhalen!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Even herhalen!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een eeneiige tweeling heeft hetzelfde (1)…………………… De tweeling wordt bij de geboorte uit elkaar gehaald en groeit niet samen op. Hierdoor heeft het ene meisje een blond haar en het andere meisje donkerblond haar. Het (2) …………………… van de meisjes is verschillend. Dit komt door de (3)……………………
genotype
omgevingsfactor
fenotype

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het genotype van een organisme komt tot stand op het moment van .......................

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Marloes laat een permanentje zetten bij de kapper. Verandert hierdoor haar genotype of/en haar fenotype?
A
Genotype wel, fenotype niet
B
Zowel genotype als fenotype verandert
C
Genotype niet, fenotype wel
D
Zowel het genotype als fenotype verandert niet

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na deze les...
kun je beschrijven hoe de geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geslachtschromosomen in lichaamscellen
Het 23e chromosomenpaar is bij mannen en vrouwen verschillend 

                                 MAN: XY                     VROUW:XX

Beïnvloeden de gehalten aan mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen in het bloed. 


Slide 8 - Tekstslide

Op de geslachtschromosomen liggen genen die een aantal typische mannelijke of typische vrouwelijke kenmerken bepalen.

vogelbekdier heeft 5 geslachtschromosomen
Is dit karyogram (chromosoomportret) van een man of een vrouw?
A
Vrouw
B
Man

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtschromosomen in geslachtscellen 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geslachtschromosomen bij bevruchting

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De eicel van de vrouw bepaald ALTIJD het geslacht
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Syndroom van down
Trisomie van het 21e chromosomenpaar

Fout in celdeling zorgt voor het extra chromosoom

De fout in de celdeling ontstaat meestal als de eicel van de moeder gevormd wordt. Heel soms ligt de fout in de vorming van de zaadcel van de vader.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschrijf in eigen woorden hoe de geslachtschromosomen het geslacht van een mens kunnen bepalen.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je deze les het meest bijgebleven?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 
Maak opdracht 12 t/m 17!

Hoofdstuk 3 Erfelijkheid, paragraaf 2 (Geslachtschromosomen)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies