Herhalen Thema 1 Organen en cellen basisstoffen 1, 2 en 4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Herhaling thema 1 Organen en cellen

Leerdoelen Bs. 1

• je kunt uitleggen wat een organisme is
• Je kunt 9 levenskenmerken van organismen noemen
• Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is

Wat is een organisme?

Organismen herken je aan levenskenmerken. Er zijn er 9.

Sleep het levenskenmerk naar het juiste plaatje.

Voortplanten

Reageren

Uitscheiden

Voeden

Ademen

Groeien

LEVEND

DOOD

LEVENLOOS

Levenskenmerken

Levenskenmerken:

• Groei
• Ontwikkeling
• Reageren op prikkels
• Bewegen
• Stofwisseling
• Voeden
• Ademen
• Uitscheiden
• Voortplanting

Wat is stofwisseling?

1. Uitscheiding, ademen en voeden
2. ademen en bewegen
3. voortplanten en waarnemen

Leerdoelen Bs. 2

• Je kunt de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven
• Je kunt tien orgaanstelsels van een mens noemen

Een weefsel is ...

1. .. een groep cellen met een bepaalde bouw en functie
2. .. een groep cellen met een bepaalde functie
3. .. een groep cellen met een bepaalde bouw
4. .. een groep cellen

Een orgaan is een deel van het lichaam..

1. .. opgebouwd uit dezelfde cellen
2. .. met een speciale functie
3. .. met één of meer speciale functies
4. .. opgebouwd uit één speciaal weefsel

Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel

Ademhalings-

stelsel

Spier

stelsel

botten

stelsel

bloedvaten

stelsel

Zet de organisatieniveaus in de juiste volgorde van laag naar hoog (klein naar groot). De eerste is al voorgedaan.

1 - cel

2

3

4

5

orgaan

orgaanstelsel

organisme

weefsel

Organisatieniveaus

Bij welk orgaanstelsel horen de hersenen?

1. het bloedvatenstelsel
2. het verteringsstelsel
3. het zenuwstelsel
4. het ademhalingsstelsel

Orgaanstelsels

Organen die samenwerken, vormen een orgaanstelsel.

Voorbeelden van orgaanstelsels:

Organen zijn delen van ons lichaam met één of meer functies.

Middenrif

Buikholte

Borstholte

Leerdoelen Bs. 4

• Je kunt de delen noemen van plantaardige en dierlijke cellen met kun kenmerken en functies.

Dierlijke en plantaardige cellen:

Welke cel onderdelen hebben plantaardige cellen en dierlijke cellen beide?

1. Alleen een celkern
2. celkern en cytoplasma
3. celkern, cytoplasma en celmembraan
4. celkern, cytoplasma, celmembraan, celwand

In de afbeelding hieronder zie je een?

1. plantenaardige cel
2. dierlijke cel
3. cel van een schimmel
4. cel van een bacterie

Dierlijke cel

1. celmembraan
   
2. cytoplasma
3. celkern
   
   

• met een gewone lichtmicroscoop is niet meer dan dit te zien van dierlijke cellen
  
• In werkelijkheid zijn ze natuurlijk veel ingewikkelder

celmembraan

1

cytoplasma

2

kernmembraan

3

Plantaardige cellen

1. celwand
2. celmembraan
3. cytoplasma
4. bladgroenkorrels
5. celkern
6. vacuole
7. intercellulaire ruimte

celwand

1

cytoplasma met bladgroenkorrels

4

celkern

5

cytoplasma

3

celmembraan

2

vacuole

6

intercellulaire ruimte

7