De Demografische Transitie: Van Bevolkingsgroei tot Stabiliteit
De Demografische Transitie: Van Bevolkingsgroei tot Stabiliteit
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De Demografische Transitie: Van Bevolkingsgroei tot Stabiliteit
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les kunnen jullie het Demografisch Transitiemodel uitleggen.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel en maak duidelijk wat de leerlingen aan het einde van de les zullen weten.
Wat weet je al over de Demografische Transitie?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de Demografische Transitie?
De Demografische Transitie is een model dat de verandering in de bevolkingsgroei en samenstelling beschrijft, van een hoog geboorte- en sterftecijfer naar een laag geboorte- en sterftecijfer.
Slide 4 - Tekstslide
Leg uit wat het Demografisch Transitiemodel is en wat het beschrijft.
Fase 1: Hoog Geboorte- en Sterftecijfer
In deze fase is er sprake van een hoog geboorte- en sterftecijfer, waardoor de bevolking relatief stabiel blijft.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit wat er gebeurt in de eerste fase van het Demografisch Transitiemodel en laat voorbeelden zien.
Fase 2: Afname Sterftecijfer
In deze fase neemt het sterftecijfer af, terwijl het geboortecijfer hoog blijft. Hierdoor groeit de bevolking snel.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit wat er gebeurt in de tweede fase van het Demografisch Transitiemodel en laat voorbeelden zien.
Fase 3: Afname Geboortecijfer
In deze fase neemt het geboortecijfer af, terwijl het sterftecijfer laag blijft. Hierdoor groeit de bevolking minder snel.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit wat er gebeurt in de derde fase van het Demografisch Transitiemodel en laat voorbeelden zien.
Fase 4: Laag Geboorte- en Sterftecijfer
In deze fase zijn zowel het geboorte- als sterftecijfer laag, waardoor de bevolkingsgroei stagneert.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit wat er gebeurt in de vierde fase van het Demografisch Transitiemodel en laat voorbeelden zien.
Demografische Transitie Wereldwijd
De meeste ontwikkelde landen bevinden zich in fase 4 van de Demografische Transitie, terwijl ontwikkelingslanden zich nog in fase 2 of 3 bevinden.
Slide 9 - Tekstslide
Laat voorbeelden zien van landen in verschillende fasen van de Demografische Transitie.
Oorzaken van de Demografische Transitie
Factoren die de Demografische Transitie beïnvloeden zijn onder andere veranderingen in economie, gezondheidszorg en onderwijs.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit welke factoren de Demografische Transitie beïnvloeden en laat voorbeelden zien.
Voordelen van de Demografische Transitie
De Demografische Transitie kan leiden tot een hogere levensverwachting, betere gezondheidszorg en meer economische groei.
Slide 11 - Tekstslide
Beschrijf de voordelen van de Demografische Transitie en laat voorbeelden zien.
Nadelen van de Demografische Transitie
De Demografische Transitie kan leiden tot vergrijzing, bevolkingskrimp en sociaal-economische ongelijkheid.
Slide 12 - Tekstslide
Beschrijf de nadelen van de Demografische Transitie en laat voorbeelden zien.
Demografische Transitie in Nederland
Nederland bevindt zich momenteel in fase 4 van de Demografische Transitie, met een laag geboorte- en sterftecijfer.
Slide 13 - Tekstslide
Laat zien waar Nederland zich bevindt in de Demografische Transitie en bespreek de gevolgen hiervan.
Interactieve Oefening
Laat de leerlingen in groepjes een land kiezen en onderzoeken in welke fase van de Demografische Transitie het land zich bevindt en welke factoren daarbij een rol spelen.
Slide 14 - Tekstslide
Geef de leerlingen instructies voor de oefening en laat zien hoe ze de informatie kunnen presenteren aan de klas.
Herhaal de belangrijkste begrippen en laat de leerlingen de betekenis ervan uitleggen.
Samenvatting
Herhaal wat er in de les is geleerd en waarom het Demografisch Transitiemodel belangrijk is.
Slide 16 - Tekstslide
Geef een samenvatting van de les en laat de leerlingen vragen stellen als er nog iets onduidelijk is.
Reflectie
Vraag de leerlingen om in hun eigen woorden samen te vatten wat ze hebben geleerd en waarom het belangrijk is.
Slide 17 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel reflecteren op de les en bespreek hun antwoorden klassikaal.
Einde Les
Bedank de leerlingen voor hun aandacht en laat weten wat er in de volgende les behandeld zal worden.
Slide 18 - Tekstslide
Sluit de les af en geef aan wat de leerlingen kunnen verwachten in de volgende les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.