Je kent de 4 stoffen die niet verteerd hoeven worden
Je kent de 3 voedingsstoffen die verteerd moeten worden
Je kent de definitie van vertering
Je kunt uitleggen wat het nut is van oppervlaktevergroting
Je kunt uitleggen hoe enzymen werken
Je kunt uitleggen hoe darmperistaltiek werkt
Huiswerk T2 B2
Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging
Opdr. 5 t/m 10, 4k
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
B2 Het verteringsstelsel
Jas uit
Spullen op tafel
Leerwerkboek, schrift
Tas van tafel
Lees blz. 102-105
timer
4:00
Kennen/Kunnen
Je kent de 4 stoffen die niet verteerd hoeven worden
Je kent de 3 voedingsstoffen die verteerd moeten worden
Je kent de definitie van vertering
Je kunt uitleggen wat het nut is van oppervlaktevergroting
Je kunt uitleggen hoe enzymen werken
Je kunt uitleggen hoe darmperistaltiek werkt
Huiswerk T2 B2
Opdr. 1 t/m 8, 4k
OF uitdaging
Opdr. 5 t/m 10, 4k
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf
Slide 2 - Tekstslide
Wat klopt NIET over vitaminen
A
Vitaminen zitten veel in fruit
B
Vitaminen kunnen als bouwstof worden gebruikt
C
Vitaminen helpen je lichaam beschermen
D
Vitaminen kunnen als reservestof worden gebruikt
Slide 3 - Quizvraag
Wat klopt?
A
Voedingsmiddelen zitten in een voedingsstof
B
voedingsmiddel is hetzelfde als voedingsstof
C
Voedingsstoffen zitten in een voedingsmiddel
D
huh?
Slide 4 - Quizvraag
Wat klopt NIET over koolhydraten
A
Alle koolhydraten zijn suikers
B
Koolhydraten kunnen als bouwstof worden gebruikt
C
Door koolhydraten kun je dik worden
D
Koolhydraten kunnen als brandstof worden gebruikt
Slide 5 - Quizvraag
Te groot om op te nemen
Eiwitten
(de meeste) Koolhydraten
Vetten
Kan het bloed meteen in:
Glucose
Mineralen
Vitaminen
Water
Darmen nemen alle voedingsstoffen uit eten op. Niet alles past
VErrEK het past niet
Vetten
Eiwitten
Koolhydraten
Slide 6 - Tekstslide
Vertering
Verteren = klein maken van voedinsstoffen, zodat ze opgenomen kunnen worden
Mechanische en Chemische vertering
Kauwen en verteringssappen
Slide 7 - Tekstslide
Waarom kauwen?
Verteringssappen moeten het eten goed kunnen verteren
Klein kauwen maakt oppervlak groter
Slide 8 - Tekstslide
Stel je hebt een kubus van 1x1x1 cm. Hoe groot is het oppervlak van deze kubus? ...... cm2 (alleen het getal typen)
Slide 9 - Open vraag
De kubus van 1x1x1 cm wordt in 8, even grote, kubusjes van 0,5x0,5x0,5 cm gehakt. Hoe groot is het oppervlak van 1 zo'n kleinere kubus? ..... cm2 (alleen het getal typen)
Slide 10 - Open vraag
Hoe groot is het oppervlak van de 8 kubusjes samen? ....cm2 (alleen getal typen)
Slide 11 - Open vraag
Waarom kauwen?
Kauwen maakt het oppervlak van het eten groter
Groter oppervlak = meer plek waar verteringssappen bij het eten kunnen = meer en snellere vertering
oppervlak van 6 cm2
oppervlak van 1,5 cm2
allemaal samen 12 cm2
Slide 12 - Tekstslide
Gebitselementen
Kroon
Wortel
Stukken van eten afsnijden
Stukken van eten afsnijden
Eten vastgrijpen (vooral door predatoren als ze prooi vangen)