Lesweek 4: Communicatie - Hoofdstuk 2 (deel 1 + 2)

Module 1 Hoofdstuk 2
Deel 1
Beroepshouding en ethische dilemma’s
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Module 1 Hoofdstuk 2
Deel 1
Beroepshouding en ethische dilemma’s

Slide 1 - Tekstslide

Communicatie - Hoofdstuk 2 (les 1)
Beroepshouding en ethische dilemma’s

Vaardigheden opdracht / Vertel iets over je persoonlijke eigendom
1. Terugblik week 1
2. Start theorie H2
3. Zelfstandig werken (Wie moeten nog aanmelden in de digitale leeromgeving
CODE: VIHC1ES9

Doc. beroepshoudingsaspecten uitdelen.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat een goede beroepshouding is.
Je kunt uitleggen wat je grondhouding is.
Je kunt beschrijven wat beroepsmatig handelen inhoudt.
Je kunt uitleggen waarom het belangrijk is om ethische dilemma's bespreekbaar te maken met de cliënt.
Je kunt uitleggen hoe je met behulp van een stappenplan een ethisch dilemma bespreekt in een team.

Slide 3 - Tekstslide

Onderuitgezakt in je stoel zitten is een voorbeeld van ....
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C

Slide 4 - Quizvraag

Welke stelling klopt er niet?
A
Je referentiekader wordt bepaald door je waarden en normen
B
Mensen uit hetzelfde gezin hebben hetzelfde referentiekader

Slide 5 - Quizvraag

Hoe ziet het stappenplan 'feedback geven' eruit?

Slide 6 - Open vraag

Jij geeft een collega feedback omdat zij veel met haar telefoon bezig was tijdens de dienst. Hierdoor is ze vergeten om 2 cliënten in bed te helpen en moest jij dit overnemen. Jij geeft haar feedback en haar reactie is....
Ontkenning
Verdringing
Rationalisatie
Projectie
"Nou, ik werd geappt met een belangrijk bericht en ik moest hier op reageren dus dat was op dit moment belangrijker.
"Niet altijd direct zo moeilijk doen, jij zit ook vaak genoeg op je telefoon en dan help ik jou met je cliënten"
"Ik heb niet veel op mijn telefoon gezeten en die cliënten konden het ook prima zelf"
Ik kan het mij niet meer herinneren, volgens mij heb ik alles gedaan wat ik moest doen

Slide 7 - Sleepvraag

Beroepshouding
Beroepshouding = de eigenschappen en het gedrag waarover iemand in zijn beroeps dient te beschikken om zijn beroep goed uit te oefenen. 

Grondhouding = de basishouding die bij je persoonlijkheid hoort en onlosmakelijk verbonden is met je normen en waarden.

Je grondhouding omvat drie aspecten. Die aspecten zijn:
  1. Gevoelsmatig aspect. 
  2. Verstandelijk aspect. 
  3. Ethisch aspect.

Slide 8 - Tekstslide

Het is 3.00 uur ’s nachts en je bestelt met je vriendinnen het laatste drankje voordat jullie naar huis gaan. De kroeg is nog steeds overvol waardoor je per ongeluk iemand aanstoot. Je zegt sorry maar de ander reageert erg fel. Ze is boos en scheld je uit.

Hoe ga je reageren? Niet reageren = negeren. Dit is ook een antwoord.

Slide 9 - Open vraag

Je bent in het verzorgingstehuis bij je oma op bezoek en jullie zitten te genieten van het zonnetje in de gezamenlijke tuin. Naast jullie zitten er andere mensen van de groep waar je oma verblijft. De dienst is net gewisseld en je ziet dat er een nieuwe begeleider is. De nieuwe begeleider rookt waar de cliënten bij zijn.

Wat ga je hier mee doen?

Slide 10 - Open vraag

Je loopt stage bij Aveleijn, een woongroep voor mensen met een verstandelijke beperking. Volgens het ontvangen rooster ben je aanstaande vrijdag vrij en om deze reden heb je wat leuks met vriendinnen gepland. Nu is er iemand ziek en wordt jij gevraagd om in te vallen. Je wilt eigenlijk niet maar ze lijken erg hoog te zitten.

Wat doe je?

Slide 11 - Open vraag

Wat zijn belangrijke kwaliteiten / aspecten van de beroepshouding binnen de Maatschappelijke Zorg?

Slide 12 - Open vraag

Aspecten van je beroepshouding
Je beroepshouding bestaat uit een aantal verschillende aspecten. Iemand met een goede beroepshouding toont:

  • respect;
  • deskundigheid;
  • bereidheid;
  • betrouwbaarheid, integriteit;
  • transparantie;
  • zorgvuldigheid;
  • veiligheid.






Slide 13 - Tekstslide

Aspecten van je beroepshouding
Je beroepshouding bestaat uit een aantal verschillende aspecten. Iemand met een goede beroepshouding toont:

  • respect;
  • deskundigheid;
  • bereidheid;
  • betrouwbaarheid, integriteit;
  • transparantie;
  • zorgvuldigheid;
  • veiligheid.






Slide 14 - Tekstslide

Beroepsmatig handelen
De beroepscode is een leidraad die richting geeft aan je professioneel handelen. Er staat in wat er van jou verwacht wordt ten opzichte van de cliënt, diens naasten, collega's en andere disciplines, en de maatschappij.


Naast de beroepscode heb je nog beroepsethiek: dat is het geheel van waarden die samenhangen met je beroep of de uitoefening ervan. Als (persoonlijk) begeleider heb je vijf beroepsethische uitgangspunten (kernwaarden) van waaruit je moet handelen:
  • respectvol voor de menselijke waardigheid en autonomie;
  • betrokkenheid en de bereidheid om mensen bij te staan;
  • sociale rechtvaardigheid en mensenrechten;
  • deskundigheid en zorgvuldigheid;
  • betrouwbaarheid en integriteit.

Slide 15 - Tekstslide

Wetgeving
De algemene uitgangspunten in de wetgeving rond zorg zijn de volgende:
1: Het inzagerecht: het recht van de cliënt om het dossier dat van hem wordt bijgehouden in te zien, te kopiëren, aan te vullen of te verbeteren.

2: Het recht op privacy: de cliënt heeft er recht op dat door zorg- en hulpverleners zorgvuldig wordt omgegaan met wat vertrouwelijk is. Hij heeft ook recht op persoonlijke eigendommen en recht op vrij telefoneren en schrijven. Daarnaast is er de geheimhoudingsplicht van zorg- en hulpverleners.

3: Het recht op informatie: de cliënt heeft er recht op informatie te krijgen over de wijze waarop een organisatie hem zorg wil bieden. Hij heeft er ook recht op geïnformeerd te worden over zijn rechten als cliënt.

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!

Digitale leeromgeving
- Licentie Communicatie & Ondersteunen, module 1, hoofdstuk 2
- Opdracht niveau 4: opdracht 1 t/m 17


Deadline: volgende week. 

Slide 17 - Tekstslide

Module 1 Hoofdstuk 2
Deel 2
Beroepshouding en ethische dilemma’s

Slide 18 - Tekstslide

Ethische dilemma's 
Bij een ethisch dilemma sta je voor een keuze waarin je moet afwegen wat goed/fout en juist/onjuist is.


Vaak is er geen perfecte oplossing voor een probleem en moet je afwegen wat de beste oplossing is.

Slide 19 - Tekstslide

Wat doe je als een cliënt zijn medicijnen niet meer wil slikken, omdat hij dood wil?

Slide 20 - Open vraag

Wat doe je als een cliënt niet behandeld wil worden en wegloopt van een gesloten afdeling in een ggz-organisatie?

Slide 21 - Open vraag

Wat doe je als een cliënt niet door je collega geholpen wil worden, omdat zij een hoofddoek draagt?

Slide 22 - Open vraag

Ethisch dilemma
Een ethisch dilemma heeft de volgende kenmerken:

  • er spelen meerdere belangen;
  • deze belangen zijn meestal van verschillende mensen;
  • het gaat om kwesties die draaien om goed en kwaad, om wat moreel juist is en wat niet;
  • je moet voor jezelf afwegen wat het meest juist of het belangrijkst is;
  • je staat in een tweestrijd: welke keuze je ook maakt, er kleven altijd bezwaren aan.

Slide 23 - Tekstslide

Bespreken van een ethisch dilemma
Stap 1: Verkennen
Bij deze stap moet je een duidelijk idee krijgen van het ethisch dilemma en welke partijen erbij betrokken zijn.

Stap 2: Onderzoeken
Deze stap moet de achterliggende gedachten en redenen duidelijk maken.

Stap 3: Afwegen
Bij deze stap bekijk je welke waarden en belangen er op het spel staan.

Stap 4: Besluiten
Op basis van bovenstaande besluiten en toetsen of de beslissing moreel juist is.



Slide 24 - Tekstslide

Oefenen ethisch dilemma

Oefen in groepjes van 4 een ethisch dilemma en maak aantekeningen 
van de stappen die jullie hebben genomen en de besluiten die genomen zijn.

Klassikaal nabespreken. 

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!

Digitale leeromgeving
- Licentie Communicatie & Ondersteunen, module 1, hoofdstuk 2
- Opdracht niveau 4: opdracht 7 t/m 14


Deadline: volgende week. 

Slide 26 - Tekstslide