Correcte verwijswoorden (Het meisje met wie... / Zij, haar, dat)
Slide 10 - Tekstslide
Goed voorbeeld van samenhang
"Ik denk dat ik de juiste persoon ben voor dit project, omdat ik ook goed met mensen van alle leeftijden om kan gaan en graag dieren en mensen help. Ook spreek ik goed Nederlands en Engels. Verder vind ik het altijd leuk om over nieuwe culturen te leren en te zien hoe mensen in andere landen dagelijks leven."
"Zoals ik al eerder benoemde, is dit project voor mij weggelegd."
Slide 11 - Tekstslide
Afstemming op doel
Kan verschillende schrijfdoelen hanteren en in een tekst combineren: informatie vragen en geven, mening geven, overtuigen, tot handelen aanzetten.
Kan opbouw van de tekst aan het doel van de tekst aanpassen.
Slide 12 - Tekstslide
Goede voorbeelden van afstemming op doel
"… maar ik kreeg gelijk een fijn gevoel bij uw organisatie in Suriname."
"Dit geeft mij een extra boost om jullie een handje te willen helpen."
"Ik hou ontzettend van dieren en ik ga liefdevol met ze om."
"…omdat ik me voor de volle 110% inzet."
Slide 13 - Tekstslide
Afstemming op publiek
Kan schrijven voor zowel publiek uit de eigen omgeving als voor een algemeen lezerspubliek (bijvoorbeeld instanties, media).
Past register consequent toe: taalgebruik past binnen de gegeven situatie en is consistent in toon, doel, genre.
Slide 14 - Tekstslide
Woordgebruik en woordenschat
Je gebruikt woorden in de goede betekenis
Je gebruikt de juiste lidwoorden (de / het) bij woorden
Je gebruikt de goede voorzetsels in je zinnen
Je wisselt af in je woordkeuze
Tips:
Gebruik alleen woorden waar je de betekenis van kent!
Maak gebruik van de woorden die in de examenopdracht staan.
gebruik de synoniemen functie in Word
Slide 15 - Tekstslide
Spelling, leestekens en grammatica
Tips:
Gebruik de spelling- en grammaticacontrole
Gebruik de synoniemenfunctie in Word
Neem een woordenboek mee
Plaats een komma voor een voegwoord
Ik ben klaar met de opdracht, maar voordat ik hem inlever controleer ik hem nog even.
Slide 16 - Tekstslide
Werkwoordspelling...
Hoe zat het ook al weer?
Slide 17 - Tekstslide
werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 18 - Quizvraag
Jij vin.... werkwoordspelling moeilijk om te leren
A
Vindt
B
Vind
Slide 19 - Quizvraag
Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
vind
B
vindt
Slide 20 - Quizvraag
Dit gebeurt mij ook altijd!
A
goed
B
fout
Slide 21 - Quizvraag
Hij heeft de mail snel beantwoor...
A
beantwoordt
B
beantwoord
Slide 22 - Quizvraag
Laatste oefening
Stelling:
Je bent vrij om de beelden van jouw slimme deurbel te delen met anderen.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.