Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taal: zinsontleden
Doel
Aan het eind van de les weet je:
- Wat een onderwerp is.
-Wat een persoonsvorm is.
-Wat een zelfstandig naamwoord is.
-Wat een bijvoeglijk naamwoord is.
1 / 16
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Taal
Basisschool
Groep 7
In deze les zitten
16 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Doel
Aan het eind van de les weet je:
- Wat een onderwerp is.
-Wat een persoonsvorm is.
-Wat een zelfstandig naamwoord is.
-Wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het onderwerp in de zin?
Vraag: wie of wat?
Mijn buurvrouw heeft een nieuwe hond gekregen.
Gisteravond was ik bij het orkest.
In het weekend hebben de poezen buiten gespeeld.
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het onderwerp in de zin?
Mijn broer eet graag chips.
A
eet
B
chips
C
mijn broer
D
graag
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in de zin?
Buiten hebben de planten veel water nodig.
Slide 4 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Maak de zin vragend.
De fiets van mijn oma staat in de schuur.
Onze klas heeft veel tafels en stoelen.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in de zin?
In de zomervakantie ga ik naar het buitenland.
A
ga
B
zomervakantie
C
buitenland
D
ik
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de zin?
Op zaterdag 19 maart werd de grote schelpenteldag gehouden.
Slide 7 - Open vraag
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Een voorwerp zoals een stoel of tafel of kast of meisje. Je kunt er een lidwoord voor zetten. De lidwoorden zijn??
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn de 2 zelfstandig naamwoorden in de zin?
De kasten zitten vol met spullen.
Slide 9 - Open vraag
noem 8 zelfstandig
naamwoorden
Slide 10 - Woordweb
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Deze staat voor een zelfstandig naamwoord.
De
zwarte
stoel zit fijn.
De
grote
gymzaal staat vol met toestellen.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is het bijv nw?
De gestreepte poes slaapt graag.
A
poes
B
slaapt
C
graag
D
gestreepte
Slide 12 - Quizvraag
Maak een zin met een bijvoeglijk naamwoord erin.
Slide 13 - Open vraag
Zet de volgende zin in de verleden tijd.
Het idee voor een schelpendag is overgewaaid uit Belgie.
Slide 14 - Open vraag
Zet de zin in de tegenwoordige tijd.
Vorige week hadden we een voorstelling over de week van de lentekriebels.
Slide 15 - Open vraag
Heb je in deze les iets nieuws geleerd?
Slide 16 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Grammatica en Spelling Blok 1 en 2
November 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 3
Brug - Grammatica
May 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
wk 21
May 2023
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Woordbenoemen middenbouw/bovenbouw
October 2024
- Les met
37 slides
Laatst gekozen
Basisschool
Groep 6
Taalverzorging
January 2022
- Les met
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
herhaling spelling en grammatica
March 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
week 22
May 2022
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1