In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H1 Wikken en wegen
1.7 De markt
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik:
Consumenten kunnen bij hun aankopen rekening houden met:
• andere mensen;
• het milieu;
• de armoede in ontwikkelingslanden;
• kinderarbeid in ontwikkelingslanden.
Slide 2 - Tekstslide
Terugblik:
Informatie over de aard van het product vindt de consument op keurmerken en labels, zoals:
• het milieukeur (bij milieuvriendelijke producten);
• een garantielabel tegen kinderarbeid;
• het Max Havelaarkeurmerk (op producten waar een
redelijke prijs voor de grondstoffen is betaald).
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik:
De invloed van consumenten op wat er geproduceerd wordt, is:
• groot als ze met velen voor een product kiezen;
• klein als ze met weinigen voor een product kiezen.
Slide 4 - Tekstslide
Wat leer je in deze les:
In deze paragraaf leer je hoe op de markt de prijs tot stand komt.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
De vraag:
Vaak vinden consumenten een product te duur. Er is wel belangstelling voor het product, maar zij kopen pas bij een lagere prijs.
De vraag stijgt als de prijs lager is. De vraag bestaat uit de hoeveelheden van een product die kopers willen kopen bij verschillende prijzen. De vraag naar een product is afhankelijk van de prijs, en wordt daarnaast beïnvloed door onder meer de smaak van de consumenten, hun inkomens, de reclame en de mode.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Het aanbod:
Het aanbod bestaat uit de hoeveelheden die winkeliers en andere ondernemers willen verkopen bij verschillende prijzen. Als de prijs van een product daalt, zullen sommige ondernemers dat product niet meer aanbieden. Ze stoppen ermee of gaan iets anders verkopen.
Daarom is het aanbod bij een lage prijs lager dan bij een hoge prijs.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
De vraag is kleiner dan het aanbod:
De vraag en het aanbod veranderen van dag tot dag. Daardoor kan de vraag kleiner zijn dan het aanbod. Dit betekent dat de vragers bij de dan geldende prijs minder willen kopen dan er
aangeboden wordt. Veel aanbieders gaan dan een lagere prijs vragen. Ze raken hun producten immers niet kwijt bij een hogere prijs.
Als de vraag kleiner is dan het aanbod, daalt de prijs.
Slide 11 - Tekstslide
De vraag is groter dan het aanbod:
De vraag kan ook groter zijn dan het aanbod. De vragers willen dan bij de dan geldende prijs meer kopen dan er aangeboden wordt. Het is voor aanbieders dan gemakkelijk om hun producten te verkopen. Ze zullen daarom een hogere prijs gaan vragen, want ook bij een hogere prijs raken ze hun producten wel kwijt.
Als de vraag groter is dan het aanbod, stijgt de prijs.
Slide 12 - Tekstslide
Vraag en aanbod bij elkaar:
De groentemarkt is niet de enige plaats waar je aardbeien kunt kopen. Er is op veel meer plaatsen aanbod, en consumenten oefenen ook daar vraag uit naar aardbeien. Al die vraag en al dat aanbod bij elkaar noemen economen de markt voor aardbeien.
Een markt bestaat uit het geheel van vraag naar en aanbod van een product.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.