GRAMMATICA ZINSDELEN LES 4 - WEEK 16 2020

GRAMMATICA
 ZINSDELEN

Nieuw Nederlands
1 vwo
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

GRAMMATICA
 ZINSDELEN

Nieuw Nederlands
1 vwo

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
Na de les:

  • kun je het meewerkend voorwerp in een zin herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan grammatica zinsdelen


Zinnen ontleed je altijd in een bepaalde volgorde.
Zo'n volgorde noemen we ook wel een "stappenplan"

Slide 3 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp komt voor in zinnen waarin iemand iets 'vertelt' (uitleggen, zeggen, enzovoort) of 'geeft' (lenen, sturen, overhandigen, enzovoort).

Regel: bij het meewerkend voorwerp moet je de woorden 'aan' of 'voor' toe kunnen voegen of weg kunnen laten.

Slide 4 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp komt voor in zinnen waarin iemand iets 'vertelt' (uitleggen, zeggen, enzovoort) of 'geeft' (lenen, sturen, overhandigen, enzovoort).

Regel: bij het meewerkend voorwerp moet je de woorden 'aan' of 'voor' toe kunnen voegen of weg kunnen laten.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het MV in de zin?

De docent Nederlands gaf de leerling een negen voor zijn toets.
A
de docent
B
de leerling
C
voor zijn toets
D
Er is geen meewerkend voorwerp.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het MV in de zin?
De mentor mocht aan de geslaagden het diploma geven.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het MV in de zin?
De kok schepte voor de wandelaars een bord macaroni op.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het MV in de zin?
Om drie uur geeft de bondscoach de pers zijn opstelling door.

Slide 9 - Open vraag

Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven?

Wie =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 10 - Quizvraag

Wie heeft de politie gisteren een boete gegeven?

Wie =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdend voorwerp
D
werkwoordelijk gezegde

Slide 11 - Quizvraag

Lesdoel:

Na deze les:

  • kun je het meewerkend voorwerp  in een zin vinden.

Slide 12 - Tekstslide

Ik heb het lesdoel vandaag behaald, want ik kan het meewerkend voorwerp in een zin vinden.
A
Altijd
B
Meestal
C
Soms
D
Nooit

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag!

- Bestudeer de theorie op bladzijde 148 van je leerboek;
- Leer het stappenplan uit je hoofd;
- Maken: alle opdrachten op bladzijde 148 en 149 (in je schrift).


Slide 14 - Tekstslide