In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Waterbalans
Slide 1 - Tekstslide
Algemene mededeling:
Er zijn nog steeds groepjes die de laatste opdracht van het PO nog niet hebben ingeleverd. DOE DAT UITERLIJK VRIJDAG!
Anders krijg je nul punten
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog van vorige week?
Slide 3 - Tekstslide
Wat is de korte waterkringloop?
A
De waterkringloop boven een rivier
B
De waterkringloop op een berg
C
De waterkringloop boven zee
D
De waterkringloop boven een stad
Slide 4 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding over de verdeling van het water.
Wat wordt met de 97,5% aangegeven?
A
grondwater
B
zoet water
C
zout water
D
water in meren
Slide 5 - Quizvraag
Wat is oppervlakte water?
A
Water in sloten, meren, rivieren, kanalen en plassen
B
Water uit de bodem die aan de oppervlakte komt
C
Water alleen van rivieren en de zee
D
Alleen zoet water van de oppervlakte
Slide 6 - Quizvraag
Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en
zeewater
B
grondwater en
zeewater
C
grondwater en
zout oppervlaktewater
D
grondwater en
zoet oppervlaktewater
Slide 7 - Quizvraag
Lesdoel
- Je weet de betekenis van alle begrippen die samenhangen met de waterbalans en duurzaam waterbeheer.
- Je begrijpt hoe een waterbalans in elkaar steekt.
- Je kunt het belang uitleggen van duurzaam waterbeheer.
Slide 8 - Tekstslide
Waterbalans van Nederland
Slide 9 - Tekstslide
Waterbalans
''De hoeveelheid water die een gebied binnenkomt en weer uitgaat''
Slide 10 - Tekstslide
Hoe komt een gebied aan water?
1) Neerslag
2) Aanvoer uit andere gebieden
3) Aanvoer van fossiel water
Slide 11 - Tekstslide
Hoe gaat water een gebied uit?
1) Uitstroom (rivier stroomt in de zee)
2) Verdamping
3) Mensen gebruiken het voor consumptie
Slide 12 - Tekstslide
Rekenen met de waterbalans: ''Via de rivieren komt er 900 liter water binnen en stroomt er 340 liter uit. Er valt 200 liter water door regen en er verdampt 30. Er komt ook 80 liter fossiel water binnen en mensen gebruiken 340 liter.'' Hoeveel water is er nog in dit gebied?
Slide 13 - Open vraag
Binnenkomen: Neerslag
- Zeer ongelijk verdeeld
- Nederland 660m3 per inwoner
- Egypte 50m3 per inwoner
- Nuttige neerslag: '' Verschil tussen neerslag en verdamping, dus wat je aan water overhoudt.''
Slide 14 - Tekstslide
Nuttige neerslag
Wordt gebruikt door alles wat op aarde leeft en verdwijnt in de grond door infiltratie.
Infiltratie: ''Het in de grond indringen van water
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Binnenkomen: Aanvoer rivier
Slide 17 - Tekstslide
Binnenkomen: Fossiel water
Fossiel water: ''Water in de grond dat stamt uit veel eerdere tijden''
Aquifer: ''Waterhoudende laag in de ondergrond''
Slide 18 - Tekstslide
Op welke drie manieren komt water ons land binnen?
Slide 19 - Open vraag
Uitgaan: Verdampen
Slide 20 - Tekstslide
Uitgaan: Uitstromen
Slide 21 - Tekstslide
Uitgaan: Verbruik
Slide 22 - Tekstslide
Op welke drie manieren gaat water ons land uit?
Slide 23 - Open vraag
Waterbalans van Nederland
Slide 24 - Tekstslide
Doe de test!
Lees ook goed de uitleg bij de antwoorden, hoeveel had jij er goed?
10min
Slide 25 - Tekstslide
https:
Slide 26 - Link
Duurzaam waterbeheer
''Waterbeheer waarbij alleen de voorraad vernieuwbaar water wordt gebruikt''
Slide 27 - Tekstslide
twee soorten water:
Vernieuwbaar water: ''Water dat in het tempo aangevuld wordt waarmee het gebruikt wordt (Of sneller)''
Niet-vernieuwbaar water: ''Water dat niet, of maar heel langzaam wordt bijgevuld waardoor het opraakt als er teveel van gebruikt wordt.''
Slide 28 - Tekstslide
Niet vernieuwbaar water
Slide 29 - Woordweb
Vernieuwbaar water
Slide 30 - Woordweb
Zes tips om water te besparen
Welke tip vind jij het handigst?
En welke tip zou jij nooit kunnen uitvoeren?
5min
Slide 31 - Tekstslide
https:
Slide 32 - Link
Volgende les:
Eerst een week vakantie! Wat zijn jullie plannen?
Na de vakantie: Voordat de les begint maak je opgaven 1, 2, 3, 5 & 6 van paragraaf 3.2
EN: ALS JE DAT NOG NIET HEBT GEDAAN LEVER VOOR VRIJDAG OPDRACHT 8 VAN JULLIE PO IN!