Mi casa es tu casa Repaso Herhaling

6 de febrero  de 2024
Hola, ¡Buenos días!
Hoy es: lunes
martes
miércoles
jueves
viernes
sábado
domingo
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

6 de febrero  de 2024
Hola, ¡Buenos días!
Hoy es: lunes
martes
miércoles
jueves
viernes
sábado
domingo

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plan de clase

  • Wat gaan we deze 2 (?) weken doen? 
  • Capítulo 3: Mi casa es tu casa. 
      - Leerdoelen 
      - Introducción
  • Deberes

Slide 2 - Tekstslide

Les in twee delen 
Capítulo 3

Mi casa es tu casa

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



  • vertellen over je familie
  • Je eigen huis beschrijven

Woordenschat:
  • familieleden
  • huis
  • getallen en kleuren




  • vormen van het bijvoeglijk naamwoord
  • vervoeging van het ww TENER 
Leerdoelen
Grammatica:

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jullie kunnen al
De vervoeging van de regelmatige werkwoorden
De vervoegingen van de onregelmatige werkwoorden SER en ESTAR
De getallen t/m 20
Jezelf voorstellen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Repaso (=herhaling)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00
Spaanse persoonlijke
voornaamwoorden

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je in het Spaans:
HIJ
A
el
B
él
C
ella
D

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je in het Spaans:
Zij (meervoud)
A
Ella
B
Ellos
C
Ellas
D
Él

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je in het Spaans:
JULLIE
A
Nosotros
B
Nosotras
C
Vosotras
D
Vosotros

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoe vertaal je 'zij' in het Spaans als het gaat om een groep vrouwen?
A
ellos
B
ellas
C
vosotros
D
vosotras

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hoeveelste persoonlijke voornaamwoord gebruik je voor het woord:
el supermercado
A
1e
B
2e
C
3e
D
4e

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hoeveelste persoonlijke voornaamwoord gebruik je voor:
Los chicos
A
3e
B
2e
C
5e
D
6e

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
2:00
Spaanse werkwoorden

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke werkwoorden zijn regelmatig of onregelmatig? Sleep de werkwoorden naar de juiste kolom.
Regelmatig
Onregelmatig
trabajar
escribir
ser
estar
comer
vender
leer

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

- AR werkwoorden
yo bail
tú bail
él/ella/usted bail
Nosotros/nosotras bail
vosotros/as bail
ellos/ellas/ustedes bail
-O
-AS
-A
-AMOS
-ÁIS
-AN

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLO
BAILO
CANTA
BAILAN
ESCUCHAS
TOCAMOS
ESCUCHÁIS
BAILA
HABLAN
CANTAMOS
ESTUDIÁIS
HABLAS

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de -ER werkwoorden naar de juiste plek.
3.  Yo................un libro en el salón.
1. Tú.............paella.
2. Pedro.............en la cocina.
5. Nosotros..................un café y un refresco.
4. Carlos y tú............holandés.
6. Juan y María .......................francés.
leo
comes
come
aprendéis
bebemos
aprenden

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de -IR werkwoorden naar de juiste plek.
3.  Yo................un correo electrónico.
1. Tú.............la puerta.
2. Pedro.............en Barcelona.
5. Nosotros..................en Helmond.
4. Carlos y tú............en el salón.
6. Juan y María......un Whatsapp a sus amigos.
escribo
abres
vive
discutís
vivimos
escriben

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met regelmatige werkwoorden op -IR
YO
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
VIVÍS
VIVIMOS
ESCRIBE
VIVO
COMPARTO
ESCRIBIMOS
COMPARTEN
VIVES
ESCRIBEN
VIVE

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je de betekenis van deze Spaanse regelmatige werkwoorden? 
Zet de juiste bij elkaar.
timer
2:00
comer
bailar
hablar
vivir
cantar
ir
vender
escuchar
escribir
compartir
beber
tocar
schrijven
gaan
dansen
drinken
praten
leven, wonen
luisteren
eten
instrument bespelen, aanraken
delen
zingen
verkopen
Tekst

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verbo Tener 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tener, tú

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geeft de vervoeging van de regelmatige werkwoorden : tegenwoordige tijd 

timer
1:00
Amy y Sam _____ (Ser) mis alumnas.
Charissa y yo______(Ser) amigas.
Tú________ (Ser-tú) una persona unica.
Yo _______ (Ser) holandés y vivo en Huizen.
Emmy y tú _____(Ser-vosotros) en holandesas.
sois / son
somos
eres
soy
sois / son

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Match de bijvoeglijke naamwoorden met de juiste vertaling. 
Tímido/a
gordo/a
Joven
pequeño/a
Rubio/a
Verlegen
Dik
Jong
Klein
blond

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke naamwoorden
  1. alto/a
  2. bajo/a
  3. atractivo/a
  4. jóven
  5. mayor
  6. feo/a
  7. guapo/a
  8. grande
  9. pequeño/a
  10. gordo/a
  11. tímido/a
  12. rubio/a
  13. moreno/a

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin is juist?

A
Tengo los ojos azul
B
Tengo los ojos azules
C
Tengo azules ojos
D
Tengo los azules ojos

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Cómo eres tú?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
Geen huiswerk! 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies