Lesweek 6: les 2 marktvormen en concurrentiepositie
Lesweek 6: les 2 marktvormen en concurrentiepositie
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 2
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Lesweek 6: les 2 marktvormen en concurrentiepositie
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je benoemt de verschillende marktvormen.
Je legt uit van welke marktsituatie er sprake is in een bepaalde situatie.
Je bepaalt van welke concurrentiepositie er sprake is.
Slide 2 - Tekstslide
Marktvormen
kopersmarkt en verkopersmarkt
Slide 3 - Tekstslide
Kopers- of verkopersmarkt
Wanneer het aanbod groter is dan de vraag, spreken we van een verkopersmarkt.
Wanneer de vraag groter is dan het aanbod, spreken we van een kopersmarkt.
Slide 4 - Tekstslide
Van verkopersmarkt naar kopersmarkt
Slide 5 - Tekstslide
Wat verstaan we onder een kopersmarkt?
A
Bij een kopersmarkt zijn er veel woningen te koop en de vraag is relatief klein
B
Bij een kopersmarkt zijn er weinig woningen te koop en vraag is relatief groot
C
Bij een kopersmarkt is het aanbod van woningen en vraag van woningen relatief in evenwicht
Slide 6 - Quizvraag
Marktvormen
Slide 7 - Tekstslide
Bij welke marktvorm heeft een aanbieder weinig invloed op de prijs van dezelfde producten?
A
Monopolie
B
Monopolistische concurrentie
C
Oligopolie
D
Volledige mededinging
Slide 8 - Quizvraag
Welke marktvorm is een vrije markt (veel aanbieders) en gaat over heterogene producten?
A
Monopoly
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volledige
mededinging
Slide 9 - Quizvraag
Welke marktvorm heeft de markt voor wasmiddelen?
Slide 10 - Open vraag
Welke van de volgende beweringen is juist? Bij monopolistische concurrentie…
A
is er sprake van evenveel aanbieder als vragers.
B
bieden alle producenten in de ogen van de consument kwalitatief verschillende producten aan.
C
hebben producenten geen invloed op de verkoopprijs van hun product.
D
is er geen sprake van concurrentie.
Slide 11 - Quizvraag
Concurrentie strategieën
Marktleider = speler met grootste marktaandeel (Rabobank, Shell, Albert Heijn). Lastig te 'verslaan'. Veel marketinggeld mee gemoeid.
Marktvolger = Kleiner dan de marktleider en probeert huidige positie te behouden
Marktuitdager = Net iets kleiner dan marktleider en probeert de grootste te worden
Marktnicher = Klein bedrijf wat zich richt op een specifiek segment.
Slide 12 - Tekstslide
In de markt van van software loopt het bedijf InnoX voorop als het gaat om het uitbrengen van nieuwe productinnovaties. Zo wil InnoX het marktaandeel verdedigen of zelf uitbreiden. Wat is de concurrentiepositie van InnoX?
A
Marktleider
B
Marktnicher
C
Marktuitdager
D
Marktvolger
Slide 13 - Quizvraag
Een klein evenementenbureau richt zich specifiek op de wensen en behoeften van liefhebbers van heavy metal muziek. Wat is de concurrentiepositie van dit evenementenbureau?
A
Marktleider
B
Marktnicher
C
Marktuitdager
D
Marktvolger
Slide 14 - Quizvraag
Lesdoelen
Nu weet je:
- welke marktsituaties en marktvormen er zijn;
- welke concurrentieposities er zijn.
Hiermee hebben jullie de examentermen 3.1 en 3.2 behandeld.