Herhaling Thema 2

Herhaling Thema 2
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Thema 2

Slide 1 - Tekstslide

        Snijtand (8)            Hoektand (4)           Kies (20)     
     Voedsel afbijten                          Voedsel fijnmalen   

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Kiezen
De functie van de kiezen is het vermalen van het voedsel. 

Hierdoor kan het beter worden verteerd in de rest van het verteringsstelsel. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Voedselverwerking
De voedingsmiddelenindustrie zorgt ervoor dat de planten, dieren of delen ervan worden verwerkt.

Mensen in de voedingsmiddelenindustrie houden zich aan de regels van de voedselhygiëne en dragen ze speciale beschermende kleding. Dit doen ze om besmetting door bacteriën en schimmels voorkomen.

Slide 6 - Tekstslide

 Voedselverwerking
Voedsel kan worden behandeld, zodat het niet bederft. Dit heet conserveren.

Door conserveren maak je de omstandigheden voor bacterien en schimmels ongunstig. Deze gaan dood of kunnen zich minder snel voortplanten. Hierdoor blijft voedsel langer houdbaar.

Slide 7 - Tekstslide

Voedselverwerking
Er zijn verschillende manieren om te conserveren:
- pasteuriseren
- steriliseren
- drogen
- vacuum trekken
- invriezen

Slide 8 - Tekstslide

Eten bereiden
Samengestelde producten zijn voedingsmiddelen die zijn samengesteld uit verschillende grondstoffen. Deze grondstoffen noem je ook wel ingrediënten.

Enkele bereidingswijzen zijn:
– koken: voedsel gaar laten worden in kokend water
– bakken: voedsel verhitten in olie, boter op hoog vuur
– frituren: voedsel bereiden door volledige onderdompeling in hete olie

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Schijf van vijf
Volkoren producten bevatten veel vezels. Deze zorgen er voor dat je darmen goed blijven werken. 

Slide 12 - Tekstslide

Voedingsstoffen
Voedingsmiddelen bestaan uit voedingsstoffen. 
Een deel daarvan is niet verteerbaar. Dit noem je voedingsvezel en is heel belangrijk voor je darmen. 

- Bouwstoffen: groei en ontwikkeling (nieuwe cellen) -> alle voedingsstoffen
- Brandstoffen: energie -> koolhydraten, eiwitten en vetten
- Reserve stoffen: opgeslagen energie -> vetten
- Beschermende stoffen: weerstand en goed functioneren van organen en processen -> vitamines en mineralen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Koolhydraten bevatten zetmeel

Zetmeel in voedingsmiddelen kun je aantonen door een indicator te gebruiken. 

De indicator die je gebruikt is joodoplossing (lichtbruin). Joodoplossing kleurt blauwzwart wanneer er zetmeel aanwezig is. 

Slide 15 - Tekstslide

Verteringsstelsel

Alles wat je eet of drinkt gaat door het verteringsstelsel

Doel van het verteringsstelsel: Het klein maken van voedsel zodat de voedingsstoffen opgenomen kunnen worden.

Slide 16 - Tekstslide

Vertering
Je neemt een hap van een appel met je voortanden. Je kiezen malen deze fijn en er wordt speeksel toegevoegd. Via de slokdarm gaat het hapje appel naar de maag. Hierin wordt de appel nog fijner gemaakt door het maagzuur.  

Daarna gaat het via de twaalfvingerige darm (waar het gal (vetten) en alvleeskliersap(koolhydraten, vetten en eiwitten) krijgt om nog meer te verteren) naar de dunne darm. Daar worden de voedingsstoffen opgenomen in het bloed. Het restje gaat door naar de dikke darm waar al het vocht er uit wordt gehaald. 

Daarna wordt het voorlopig even opgeslagen in de endeldarm tot je gaat poepen door de kringspier in de anus te openen. 

Slide 17 - Tekstslide

Dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen
Plantaardige voedingsmiddelen zijn alle voedingsmiddelen die door planten zijn gemaakt. Denk aan havermout, brood, peulvruchten, groenten en fruit. 

Een ander deel van de voedingsmiddelen is dierlijk. 
Dit kan vlees zijn, maar ook melk, eieren, boter, kaas, yoghurt.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide