Maatschappijleer | MAVO4 Politiek

Maatschappijleer | Politiek
Boek open op bladzijde 35. 


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Maatschappijleer | Politiek
Boek open op bladzijde 35. 


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen van vandaag (3.2)
- Aan het einde van de les kan je vertellen wat actief en passief stemrecht is.
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat linkse en rechtse partijen inhouden. 
- Aan het einde van de les weet je of je links, midden of rechts op het politieke spectrum zit. 

Slide 2 - Tekstslide

Actief en passief stemrecht
Actief stemrecht: het recht om te mogen stemmen vanaf je 18e.
Passief stemrecht: het recht om op je te laten stemmen, dus jezelf verkiesbaar stellen.

Slide 3 - Tekstslide

Linkse partijen



De overheid zorgt voor kwetsbare mensen.

De overheid is ACTIEF naar manieren op zoek om kwetsbare mensen te helpen. 


Rechtse partijen



Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid. 

De overheid is PASSIEF en helpt alleen in noodsituaties en zorgt voor veiligheid.

Slide 4 - Tekstslide

Linkse partijen
Uitgangspunt: gelijkheid in de samenleving. 
Wat wilt links nog meer?


Extra geld voor mensen met een klein pensioen
Extra geld voor studenten in een gezin met lage inkomens
Grotere actieve overheid
Meer aandacht voor milieu
Oorzaken van criminaliteit bestrijden
Actieve overheid

Slide 5 - Tekstslide

Rechtse partijen
Uitgangspunt: vrijheid.
Wat wil rechts nog meer?




Burgers zorgen zoveel mogelijk voor zichzelf 
Optreden bij onveiligheid
Lage belastingen
Minder aandacht voor klimaat 
Kleine overheid = minder geld uitgeven
Passieve overheid

Slide 6 - Tekstslide

Midden partijen
De naam zegt het: partijen die tussen links en rechts zitten.
- Kunnen links en rechts zijn.
Beste voorbeeld: 

Slide 7 - Tekstslide

Linkse en rechtse partijen

Slide 8 - Tekstslide

Na de verkiezingen
Fractie = ander woord voor politieke partij.
Fractievoorzitters en fractieleden gaan met elkaar praten.

Veel partijen, dus veel verschillende ideeën, je moet compromissen sluiten. Compromissen zijn afspreken waar iedereen tot zijn recht komt. 

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat?: Maken opdrachten 1 t/m 6 op bladzijde 35.
Hoe?: Zelfstandig en stil. Oortjes mogen.
Tijd?: 12 minuten.
Klaar? Maak opdracht 8. 
timer
12:00

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken van de opdrachten
Nakijken opdrachten 1 t/m 6.

Slide 11 - Tekstslide

Pauze

Slide 12 - Tekstslide

Lesdoelen 3.3
- Aan het einde van de les ben je bekend met de 3 grote politieke stromingen.
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat populistische en one-issue partijen zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Politieke stromingen
Drie grote politieke stromingen in Nederland:
- Liberalisme;
- Sociaal-democratie;
- Christen Democratie. 

Slide 14 - Tekstslide

Liberalisme
Waarden
Doel
Komt op voor
Rol overheid
Economische vrijheid
Vrijheid voor mensen om te 
doen wat ze willen
Werkende burgers en ondernemers
Passief: alleen zorgen voor de veiligheid.
Persoonlijke vrijheid
Bescherming van deze vrijheid
Bedrijven
Kleine overheid.

Slide 15 - Tekstslide

Sociaal - Democratie
Waarden
Doel
Komt op voor
Rol overheid
Gelijkwaardigheid
Eerlijke verdeling van kennis, inkomens en macht.
Mensen met minder geld.
Actief: ongelijkheid tegengaan.
Solidariteit
Bescherming kwetsbare groepen (gehandicapten, werklozen). 
Mensen met minder kansen. 
Grote(re) overheid.

Slide 16 - Tekstslide

Christen-Democratie
Waarden
Doel
Komt op voor
Rol overheid
Geloof
Samenleving waar mensen goed voor elkaar zorgen
Gezinnen met kinderen
Beperkt: alleen als er geen andere hulp is.
Naastenliefde en samenwerking
Respect voor het woord van god (Bijbel)
Christelijke instanties, zoals christelijke scholen
Middel-grote overheid.

Slide 17 - Tekstslide

Bij welke stroming past een kleine overheid?
A
Liberalisme
B
Sociaal-Democratie
C
Christen-Democratie

Slide 18 - Quizvraag

''Het gezin is het belangrijkste in een samenleving.'' Deze stelling past bij...
A
Liberalisme
B
Sociaal-Democratie
C
Christen-Democratie

Slide 19 - Quizvraag

Vrijheid voor bedrijven past het meest bij...
A
Liberalisme
B
Sociaal-Democratie
C
Christen-Democratie

Slide 20 - Quizvraag

Gelijkwaardigheid is een uitgangspunt van...
A
Liberalisme
B
Sociaal-Democratie
C
Christen-Democratie

Slide 21 - Quizvraag

PVDA-Groenlinks is een .... partij
A
Liberalistische
B
Sociaal-Democratische
C
Christen-Democratische

Slide 22 - Quizvraag

Forum voor Democratie en VVD zijn... partijen.
A
Liberalistische
B
Sociaal-Democratische
C
Christen-Democratische

Slide 23 - Quizvraag

Populistische Partijen
Kennen de 'wil van het volk'. 
Henk en Ingrid.

Slide 24 - Tekstslide

One-Issue partijen
1  thema is het belangrijkst, de rest is minder belangrijk. 
Betekent niet dat ze zich alleen bezig houden met ouderen, dieren of sport.
 

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken opdrachten: 1, 2, 5, 6, 7 en 9.
Hoe?: Zelfstandig en stil.
Tijd?: 13 minuten.
Klaar?: Maken opdracht 10.


timer
13:00

Slide 26 - Tekstslide

Nakijken van de opdrachten
Nakijken opdrachten 1, 2, 5, 6, 7 en 9. 


Slide 27 - Tekstslide

Lesdoelen controleren
- Aan het einde van de les ben je bekend met de 3 grote politieke stromingen.
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat populistische en one-issue partijen zijn.
- Aan het einde van de les kan je vertellen wat actief en passief stemrecht is.
- Aan het einde van de les kan je uitleggen wat linkse en rechtse partijen inhouden. 
- Aan het einde van de les weet je of je links, midden of rechts op het politieke spectrum zit. 

Slide 28 - Tekstslide

Fijne dag allemaal!

Slide 29 - Tekstslide

Tijd over? Zelf stemmen!
1) Kijk naar de politieke partijen op bladzijde 42 & 43.
2) Bedenk welke partij het beste bij jou past.
3) Kom helemaal in het geheim stemmen bij de laptop van mij.
https://stemresultaat.tools.prodemos.nl

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide