Gramm. + Spelling H1

Vandaag
Leerdoel: Snappen van de basis van persoonsvormen schrijven (klas 1) 

- Terugkijken op vorige week
- Bespreken huiswerk: Blz. 32: Opdr. 3 t/m 5. + Blz. 33: Opdr. 1 t/m 3. 
- Aantekening: Persoonsvorm tt + vt 
- Maken: Spelling H1 af: t/m blz. 36.  
- Terugkijken op de les. 

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Leerdoel: Snappen van de basis van persoonsvormen schrijven (klas 1) 

- Terugkijken op vorige week
- Bespreken huiswerk: Blz. 32: Opdr. 3 t/m 5. + Blz. 33: Opdr. 1 t/m 3. 
- Aantekening: Persoonsvorm tt + vt 
- Maken: Spelling H1 af: t/m blz. 36.  
- Terugkijken op de les. 

Slide 1 - Tekstslide

Welke woordsoorten hebben we tot nu toe behandeld?

Slide 2 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord?
A
Blonde
B
Man
C
Paard
D
De

Slide 3 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een lidwoord?
A
Aan
B
Voor
C
De
D
En

Slide 4 - Quizvraag

MAN, AUTO, SCHOOL, KIND
Dat zijn ............
A
werkwoorden
B
lidwoorden
C
telwoorden
D
zelfstandige naamwoorden

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
Mooi
B
Leuk
C
Groot
D
Poes

Slide 6 - Quizvraag

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 8 - Quizvraag

In welk woordenrijtje staan alleen bijvoeglijk naamwoorden?
A
lieve, rare, tafel, mooie, groen
B
vreemde, gele, vriendelijke, een, tussen
C
prachtige, gelukkige, zwarte, schilderijtje
D
rode, zware, gekleurde, grappige

Slide 9 - Quizvraag

Vandaag

- Terugkijken op vorige week
- Bespreken huiswerk: Blz. 32: Opdr. 3 t/m 5. + Blz. 33: Opdr. 1 t/m 3. 
- Aantekening: Persoonsvorm tt + vt 
- Maken: Spelling H1 af: t/m blz. 36.  

Slide 10 - Tekstslide

Vandaag

- Terugkijken op vorige week
- Bespreken huiswerk: Blz. 32: Opdr. 3 t/m 5. + Blz. 33: Opdr. 1 t/m 3. 
- Aantekening: Persoonsvorm tt + vt 
- Maken: Spelling H1 af: t/m blz. 36.  

Slide 11 - Tekstslide

Vandaag

- Terugkijken op vorige week
- Bespreken huiswerk: Blz. 32: Opdr. 3 t/m 5. + Blz. 33: Opdr. 1 t/m 3. 
- Aantekening: Persoonsvorm tt + vt 
- Maken: Spelling H1 af: t/m blz. 36.  
- Terugkijken op de les. 

Slide 12 - Tekstslide

Vandaag

- Terugkijken op vorige week
- Bespreken huiswerk: Blz. 32: Opdr. 3 t/m 5. + Blz. 33: Opdr. 1 t/m 3. 
- Aantekening: Persoonsvorm tt + vt 
- Maken: Spelling H1 af: t/m blz. 36.  
- Terugkijken op de les. 

Slide 13 - Tekstslide

'Hij beantwoordt de vraag.'

Slide 14 - Open vraag

voor welke werkwoordsvorm gebruik je ook alweer de stam+t of lopen?
A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
voltooid deelwoord
C
persoonsvorm verleden tijd
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 15 - Quizvraag

Wat heb je nu geleerd? Wat snap je nog niet zo goed?

Slide 16 - Open vraag