Les 4/5 CAO digitale les

Wat staat er in de CAO
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat staat er in de CAO

Slide 1 - Tekstslide

Heb je iets te melden?
storingen gaan voor...

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
  1. Bespreken opdrachten 3.4 (online maken)
  2. Begrippen begrepen?
  3. Test jezelf 
         

Slide 3 - Tekstslide

3.4 (al gemaakt?) anders nog doen!

Slide 4 - Tekstslide

Bekijk de quizvragen en kijk of je het antwoord weet. Zo niet zoek het op in het boek

Slide 5 - Tekstslide

Bedacht zijn op dingen die later kunnen gebeuren
A
anticiperen
B
sociale controle
C
collegialiteit
D
diversiteit

Slide 6 - Quizvraag

Dat zeg je van iemand, die zich makkelijk aanpast aan anderen
A
meeloper
B
inlevingsvermogen
C
divers
D
flexibel

Slide 7 - Quizvraag

waar een organisatie naar streeft, wat je wil bereiken
A
inlevingsvermogen
B
waarde
C
heling
D
doelstelling

Slide 8 - Quizvraag

Zekerheid van een vast inkomen
A
inlevingsvermogen
B
primaire socialisatie
C
financiële zekerheid
D
eigenwaarde

Slide 9 - Quizvraag

Problemen die het gevolg zijn van spanningen binnen een samenleving
A
re-integratie
B
secundaire socialisatie
C
sociale problemen
D
anticiperen

Slide 10 - Quizvraag

Bedrijven maken winst, mensen hebben werk en voldoende inkomen en de overheid ontvangt voldoende belasting
A
fraude
B
differentiëren
C
gezonde economie
D
anticiperen

Slide 11 - Quizvraag

Besef je wat je waard bent, los van wat anderen over je denken
A
eigenwaarde
B
nettowaarde
C
balanswaarde
D
bestaanswaarde

Slide 12 - Quizvraag

Een verzameling regels, wetten en omgangsvormen die kenmerkend zijn voor een bedrijf
A
bedrijfsleven
B
bedrijfscultuur
C
bedrijfsorganisatie
D
gemengd bedrijf

Slide 13 - Quizvraag

Bereidheid collega's te helpen en te ondersteunen
A
fraude
B
collegialiteit
C
diversiteit
D
anticiperen

Slide 14 - Quizvraag

Waarde van werk in de maatschappij
A
primaire norm
B
Verbale functie (van werk)
C
maatschappelijke functie (van werk)
D
inlevingsvermogen

Slide 15 - Quizvraag

Voorbeelden van sociale problemen
A
criminaliteit, agressie en ontevredenheid
B
normen en waarden
C
geschreven regels en wetten

Slide 16 - Quizvraag

rol die werk speelt in je sociale leven
A
fysieke functie
B
verbale functie
C
maatschappelijke functie
D
sociale functie

Slide 17 - Quizvraag

Zaken die ieder mens nodig heeft om een menswaardig bestaan te kunnen leiden (woonruimte, voeding en kleding)
A
cashbehoefte
B
basisbehoeften
C
zorgbehoefte
D
consumptiebehoeften

Slide 18 - Quizvraag

Het vermogen om je te verplaatsen in anderen
A
aantrekkingsvermogen
B
onvermogen
C
analytisch vermogen
D
inlevingsvermogen

Slide 19 - Quizvraag

De manier waarop werknemers met elkaar omgaan
A
arbeidsvoorwaarde
B
inlevingsvermogen
C
organisatie
D
werksfeer

Slide 20 - Quizvraag

Dat zeg je van iemand die goed aanvoelt, wat je in een bepaalde situatie moet zeggen of doen
A
flexibel
B
assertief
C
defensief
D
tactvol

Slide 21 - Quizvraag

Mensen met weinig of geen inkomen en zonder recht op een andere voorziening krijgen hierdoor toch een uitkering
A
ziektewet (ZW)
B
Wajong
C
werkloosheidswet (WW)
D
Wet werk en bijstand (WWB)

Slide 22 - Quizvraag

Een vereniging van werknemers met hetzelfde beroep, die op komt voor de belangen van werknemers
A
vakcentrale
B
vakorganisatie
C
vakdidactiek
D
vakbond

Slide 23 - Quizvraag