Oefentoets H7
1 / 18
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Bekijk de verantwoordelijkheden hieronder.
Bij welke lagere overheid horen ze?
Maatregelen tegen overstromingen
Voetbalveld
Uitbreiding dorpen en steden
gemeente
provincie
waterschap
Slide 4 - Sleepvraag
Een kaartje voor het zwembad kost € 5,40. Zonder subsidie van de gemeente zou het kaartje € 8,00 kosten.
Bereken hoeveel procent subsidie de gemeente geeft op een kaartje voor het zwembad. Twee decimalen
Bereken hoeveel procent subsidie de gemeente geeft op een kaartje voor het zwembad. Twee decimalen
Slide 5 - Open vraag
Noem twee producten waarop de overheid accijns heft.
Slide 6 - Open vraag
De AOW is een sociale voorziening.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
De WW is een werknemersverzekering.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quizvraag
Werknemersverzekeringen en volksverzekeringen worden betaald met premies.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Leg uit waarom de uitgaven van de overheid afnemen en de inkomsten van de
overheid toenemen als de werkloosheid afneemt.
overheid toenemen als de werkloosheid afneemt.
Slide 10 - Open vraag
Bekijk de afbeelding. Noem een reden waarom de overheid dit collectieve goed regelt.
Slide 11 - Open vraag
Bedrijven in de collectieve sector moeten winst maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Noem een voordeel van privatisering.
Slide 13 - Open vraag
Noem een nadeel van privatisering.
Slide 14 - Open vraag
De rentelasten van de staatschuld bedroegen € 6,4 miljard in 2023. De overheid betaalde gemiddeld 1,4% belasting over de staatsschuld.
Bereken de totale staatsschuld in 2023. Twee decimalen achter de komma.
Bereken de totale staatsschuld in 2023. Twee decimalen achter de komma.
Slide 15 - Open vraag
Kostprijsverhogende belastingen zijn hetzelfde als directe belastingen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
De accijns behoort tot de kostprijsverhogende belastingen.
A
Waar
B
Niet waar
