Ik kan een verschil in prijs uitdrukken in een percentage.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lesdoelen:
Ik kan een verschil in prijs uitdrukken in een percentage.
Slide 1 - Tekstslide
Benoem het verschil tussen een sociale verzekering en sociale voorziening.
Slide 2 - Open vraag
Leg uit wat accijns en kostprijsverhogende belasting met elkaar te maken hebben.
Slide 3 - Open vraag
Noem een soort inkomst van de overheid.
Slide 4 - Open vraag
Waarom is een crisis heel erg duur voor de overheid?
Slide 5 - Open vraag
In de eerste maand na zijn ontslag krijgt Joey 75% van zijn laatstverdiende brutoloon(€2850). Bereken de WW-uitkering die Joey ontvangt.
Slide 6 - Open vraag
Leg in je eigen woorden uit wat privatisering is. Gebruik de woorden private sector en collectieve sector.
Slide 7 - Open vraag
Geef een voorbeeld van gemeentelijke inkomsten.
Slide 8 - Open vraag
Een kaartje voor de dierentuin kost € 12,00. Zonder subsidie is de prijs van het kaartje €16,00.
Bereken hoeveel procent subsidie de gemeente geeft op een kaartje van de dierentuin. Tip: bereken eerst het verschil in prijzen.
A
0,25%
B
25%
C
125%
D
40%
Slide 9 - Quizvraag
antwoord: 100 : 16 x 4 = 25
€
16
1
4
%
100
?
Slide 10 - Tekstslide
Een bibliotheekpasje kost €40,00. De prijs van het kaartje is zonder subsidie €20,00. Bereken het percentage subsidie wat de overheid geeft.
A
0,5%
B
50%
C
2%
D
200%
Slide 11 - Quizvraag
De prijs voor een parkeerkaart is €2,00 per dag. De prijs van een parkeerkaart is zonder subsidies €8,00. Bereken het percentage subsidie wat de gemeente op de parkeerkaart geeft.
Slide 12 - Open vraag
Maak de herhalingsopgaven
Maak de herhalingsopgaven 7.1 en 7.2.
Blijf in de les zodat je vragen kunt stellen.
Klaar? Werk aan de rekenopdrachten.
De volgende keer bespreken we de gemaakte opdrachten.