Hendrik Ibsen - Nora (een poppenhuis), 1879
Ik zie het stuk als een
schilderij waarin de psychologie van de leugen het landschap vormt.
Het is een bitter koud, onherbergzaam poollandschap met daarin, gebouwd op een gletsjer, het huis van Nora en Helmer. Hun bestaan is als een bevroren spiegelpaleis.
Overal waar Nora kijkt, ziet ze zichzelf vertekend, vreemd verwrongen terug. Een leugen om bestwil, waarmee ze Helmer en haar leven redt, drijft haar naar de absolute ondergang.
Ze wordt manisch en verliest de greep op haar bestaan.