Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling H2
Spelling H2
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Spelling H2
Slide 1 - Tekstslide
Opdracht 4 - blz. 59
Slide 2 - Tekstslide
1. Zowel Oscars ouders als zijn zus ... (verrassen) hem laatst met een cadeau.
A
verrast
B
verrassen
C
verraste
D
verrasten
Slide 3 - Quizvraag
1. Op de dijk bij Lauwersoog ... (staan) vorige zomer een kudde schapen te grazen.
A
staat
B
staan
C
stond
D
stonden
Slide 4 - Quizvraag
3. Gisteren ... (vermelden) de media dat Apple weer met een nieuw apparaat komt.
A
vermeldt
B
vermelden
C
vermeldde
D
vermeldden
Slide 5 - Quizvraag
4. 60 procent van Annemaries spullen ... (zijn) via Marktplaats ... (aanschaffen).
A
is / aangeschaft
B
zijn / aangeschaft
C
is / aangeschafd
D
zijn / aangeschafd
Slide 6 - Quizvraag
5. Een stuk of drie mannen ... (bevrachten) gistermorgen de zeecontainers.
A
bevracht
B
bevrachten
C
bevrachtte
D
bevrachtten
Slide 7 - Quizvraag
Opdracht 5 - blz. 59
Slide 8 - Tekstslide
1. De hond ... (blaffen) luid, toen zijn baas hem ... (vasthouden).
A
blaft / vasthoudt
B
blafte / vasthield
C
blaft / vasthield
D
blafte / vasthieldt
Slide 9 - Quizvraag
2. Nadat we hadden ... (zwemmen), ... (lusten) we wel een paar pannenkoeken.
A
gezwemmen / lusten
B
gezwommen / lusten
C
gezwemmen / lustte
D
gezwommen / lustten
Slide 10 - Quizvraag
3. Gisteren ... (verwachten) de weerman veel regen, terwijl hij op dit moment juist zon ... (voorspellen).
A
verwacht / voorspelt
B
verwachtte / voorspelt
C
verwachtte / voorspelde
D
verwacht / voorspelde
Slide 11 - Quizvraag
4. Als jij geld hebt ... (verdienen), ... (besteden) jij dat dan allemaal aan kleding?
A
verdiend / besteed
B
verdient / besteed
C
verdiend / besteedt
D
verdient / besteedt
Slide 12 - Quizvraag
5. De koper heeft Anna ... (beloven) dat hij later de verzendkosten ... (vergoeden).
A
belooft / vergoed
B
belooft / vergoedt
C
beloofd / vergoedt
D
beloofd / vergoed
Slide 13 - Quizvraag
6. De leeuw ... (verorberen) nu het vlees dat zijn verzorger de kooi in heeft ... (slingeren).
A
verorbert / geslingert
B
verorberd / geslingerd
C
verorbert / geslingerd
D
verorberd / geslingert
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
T3 laatste les H1 basis
Maart 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3M H2 taalverzorging spelling
November 2023
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
m3d H2 Taalverzorging Spelling
November 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
oefenen ww spelling
November 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Rekenen Blok 3 les 4 week 1
December 2023
- Les met
16 slides
Rekenen
Primary Education
Age 12
toets blok 3
November 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
WK 38 (1) M3 - H2 TV FORMULEREN: samengestelde zinnen
September 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Spelling oefenen exkofschip groep 8
Februari 2023
- Les met
17 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8