niet of geen
1 / 16
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Luister je naar hem?
Nee, ik luister .... naar hem.
Nee, ik luister .... naar hem.
A
niet
B
geen
Slide 2 - Quizvraag
Heb jij een brommer?
Nee, ik heb ..... brommer.
Nee, ik heb ..... brommer.
A
niet
B
geen
Slide 3 - Quizvraag
Bent u getrouwd?
Nee, ik ben .... getrouwd.
Nee, ik ben .... getrouwd.
A
niet
B
geen
Slide 4 - Quizvraag
Hebben we vandaag een proefwerk?
Nee, we hebben .... proefwerk.
Nee, we hebben .... proefwerk.
A
niet
B
geen
Slide 5 - Quizvraag
Drinkt u koffie?
Nee, ik drink .... koffie.
Nee, ik drink .... koffie.
A
niet
B
geen
Slide 6 - Quizvraag
Woont u in een groot huis?
Nee, ik woon ... in een groot huis.
Nee, ik woon ... in een groot huis.
A
niet
B
geen
Slide 7 - Quizvraag
Komt u uit Marokko?
Nee, ik kom ... uit Marokko.
Nee, ik kom ... uit Marokko.
A
niet
B
geen
Slide 8 - Quizvraag
Schrijft die pen goed?
Nee, die pen schrijft .... goed.
Nee, die pen schrijft .... goed.
A
niet
B
geen
Slide 9 - Quizvraag
Lust u aardappels?
Nee, ik lust .... aardappels.
Nee, ik lust .... aardappels.
A
niet
B
geen
Slide 10 - Quizvraag
Heb je pijn? Nee, ik heb ..... pijn.
A
niet
B
geen
Slide 11 - Quizvraag
Geef antwoord. Begin met: "Nee, ik ..."
Woon je in de stad?
Woon je in de stad?
Slide 12 - Open vraag
Geef antwoord. Begin met: "Nee, ..."
Kom je morgen?
Kom je morgen?
Slide 13 - Open vraag
Geef antwoord. Begin met: "Nee, ik..."
Hebt u genoeg geld?
Hebt u genoeg geld?
Slide 14 - Open vraag
Geef antwoord. Begin met: "Nee, ..."
Drinkt u koffie?
Drinkt u koffie?
Slide 15 - Open vraag
Geef antwoord. Begin met: "Nee, ..."
Ben je vanavond thuis?
Ben je vanavond thuis?
