Een paar tajas geleden was er izjen chimeid. Ze werd door haar ma gestuurd om naar haar oma te gaan om een mand te brengen met appels. Ze loopt zo door die bos, opeens komt er een grote wolf en die wolf is gek in ze hoofd. Hij werd helemaal lijp! Uiteindelijk bleek hij gewoon chala te zijn. Dus die wolf draait een gekke jonko, hij werd helemaal scaffa. Roodkapje ging helemaal lek, ze zei: ‘’Tfoe e vieze jala.” Ze liepen lang naar die osso van die oma. Roodkapje was zo moe, ze ging effe wachten, maar de wolf zei: “Ey broer wakka.” Roodkapje zei tegen de wolf: “Ga jij maar broer, je hoeft niet op mij te wachten.” Die wolf zei: “Saff, ik zie je zo.” Roodkapje komt zo aan bij die osso van die oma. Ze zegt zo tegen haar oma: “Fakka met je haar en met je buik en fakka met je kleren.” Komt ze er gewoon achter dat die wolf die oma heeft gechapt.