Erfelijkheid 20/02

Erfelijkheid




Module Wetenschappen M
Les 20/02
Hoe worden erfelijke kenmerken en aandoeningen overgedragen?
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
WetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid




Module Wetenschappen M
Les 20/02
Hoe worden erfelijke kenmerken en aandoeningen overgedragen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LESINHOUD
  1. Wat betekend erfelijkheid?
  2. Hoe worden kenmerken overgeërfd?
  3. Erfelijke aandoeningen
  4. Erfelijkheid en ethiek

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat betekent erfelijkheid? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan denk je als je
het woord ‘erfelijkheid’ hoort?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noem drie kenmerken die je hebt
en waarvan je denkt dat je ze
van je ouders hebt geërfd.

Slide 5 - Woordweb

Welke kenmerken worden het vaakst genoemd?
Kun je ook iets erven dat je niet direct aan de buitenkant ziet? (bijv. een talent of aanleg voor een ziekte)
Hoe worden erfelijke kenmerken van ouders aan kinderen doorgegeven?
A
Door opvoeding
B
Door de omgeving
C
Door DNA dat wordt doorgegeven bij de bevruchting
D
Door willekeurige veranderingen in het lichaam

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Erfelijke kenmerken
  • Erfelijke kenmerken zitten in ons DNA.
  • DNA komt van beide ouders:
    de helft van de moeder en de helft van de vader.
  • Dit gebeurt door de samensmelting van een eicel en een zaadcel.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Hoe worden kenmerken overgeërfd? 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:36
Waar bevindt zich erfelijk materiaal?
A
In het bloed
B
In de chromosomen in de celkern
C
In de hersenen
D
In het hart

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:52
Wat bepaalt je oogkleur?
A
De omgeving waarin je opgroeit
B
Je eigen keuze
C
De combinatie van genen van je ouders
D
Alleen het DNA van je moeder

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:12
Deze chromosomenkaart is afkomstig van ...
A
Een vrouw
B
Een man
C
Een kat
D
Een tweeling

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Sleep de volgende kenmerken naar ‘Wel erfelijk’ of ‘Niet erfelijk’:
Erfelijk
Niet Erfelijk
Haarkleur
Lievelingseten
Lichaamslengte
Taal die je spreekt
Aangeboren hartafwijking
Muzikaal talent 

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Erfelijke aandoeningen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:27
Wat zijn genetische aandoeningen?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:27
Ken je voorbeelden van
genetische aandoeningen?

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Welke aandoeningen
uit de lijst ken je?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Dominant               Recessief            X-gebonden             Y-gebonden 
Duo-opdracht:
🧬 Elk duo krijgt 1 van de onderstaande onderwerpen.
👥 Lees per duo de info op de website en bekijk de video
🗣  Leg de overervingsvorm kort uit in enkele zinnen.
      Geef minstens één voorbeeld van een aandoening 
      die op deze manier wordt overgeërfd.
⏳ Tijd: 5 minuten.
timer
5:00
Kelsey, Rozario & Aaron
Bjarne & Yasmina
Jenissa & Amin
Lore & Sarah

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vader heeft
X-gebonden hemofilie.

Wat is de kans dat zijn zoon
deze aandoening erft?
A
100%
B
50% (of 1/2)
C
25% (of 1/4)
D
0%

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent het dat de ziekte van Huntington dominant overerft?
A
Beide ouders moeten drager zijn.
B
Eén ouder met het gen geeft 50% kans op overerving.
C
Het wordt X-gebonden overgeërfd.
D
Alleen zonen kunnen het erven.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Erfelijkheid en ethiek

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Je DNA bepaalt wie je bent"
AKKOORD 
NIET AKKOORD 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Er is geen wetenschappelijke basis voor racisme; genetisch gezien zijn alle mensen gelijk."
AKKOORD 
NIET AKKOORD 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Mensen met een ernstige erfelijke ziekte zouden geen kinderen mogen krijgen."
AKKOORD 
NIET AKKOORD 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Iedereen zou verplicht een genetische test moeten doen om erfelijke aandoeningen vroeg op te sporen."
AKKOORD 
NIET AKKOORD 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Ouders zouden het recht moeten hebben om via genetische manipulatie het uiterlijk en de eigenschappen van hun baby te bepalen ."
AKKOORD 
NIET AKKOORD 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Video

Deze slide heeft geen instructies