5.1 Het molecuulmodel

5.1 Het molecuulmodel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.1 Het molecuulmodel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Warmte en temperatuur
  • In de spreektaal wordt met 'warmte' vaak 'temperatuur' bedoeld.
  • Dat is erg lastig en verwarrend voor de natuurkunde.
  • In de natuurkunde maken we een belangrijk onderscheid:
  • Warmte is een hoeveelheid ("hoeveel warmte heeft ..?")
  • Temperatuur is een toestand ("wat is de temperatuur van ..")

Slide 3 - Tekstslide

In de spreektaal zeggen we: "Een voorwerp is warm." Natuurkundig vertelt ons dit iets over
A
de hoeveel warmte van het voorwerp
B
de temperatuur van het voorwerp

Slide 4 - Quizvraag

Warmte is een hoeveelheid
A
moleculen
B
energie
C
materiaal
D
temperatuur

Slide 5 - Quizvraag

Welke letter gebruiken we voor de grootheid 'Warmte'. En wat is de eenheid?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Kan een voorwerp weinig warmte hebben, en toch een hoge temperatuur?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Warmte geleiding
is warmte transport in een voorwerp en tussen twee voorwerpen die elkaar raken:
  • Warmte stroomt spontaan van hoge naar lagere temperatuur
  • bijvoorbeeld: met een ijsblokje maak je een drankje koud

  • Warmte kan worden gepompt van lage naar hogere temperatuur. Een warmtepomp heeft energie nodig.
  • bijvoorbeeld: een warmtepomp in een ijskast

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Waarom voelt en ene vinger koud water en de andere vinger warm water?
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Het molecuulmodel
pagina 167 van het boek (belangrijk!)

Slide 11 - Tekstslide

Als je een hoeveelheid stof verwarmt dan krijgen de moleculen een hogere snelheid
én wat gebeurt er nog meer ..
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

De (warmte)energie in een hoeveelheid stof kunnen we verdelen in bewegingsenergie én
A
Zwaarte energie
B
Temperatuur (energie)
C
Potentiele energie
D
Chemische energie

Slide 13 - Quizvraag

Huiswerk
Bestudeer paragraaf 5.1
Maak opgaven 2, 5, 8

Slide 14 - Tekstslide