FO, college 3

• maatschappijeer
• HBO
• Studiejaar 2

Welkom bij Pluriforme samenlevingen, 27 januari 2022

Programma

Terughalen vorige week

Cultuurverschillen

Wij/ zij?

Basis culturele antropologie

ICO in de praktijk

Opdracht

Vorige week, bewustzijn van processen:

Aannames in de maatschapij èn klas: 

Vooroordeel + antipathie= stereotype

Rol socialisatoren

Belang feiten + vertrouwen

Self-fulfilling prophecy

Socialisatie van antipathieen?

Vorige week: Inductieve & deductieve inferentie

Manieren van denken en redeneren herkennen:

Inductief=van specifiek naar algemeen= generaliseren= <

Deductief =van generalisatie terug naar een specifiek geval= >

Bewust gebruiken en kunnen omdraaien! 

(Bijv. deductie is handig voor hypothese, logische veronderstelling die je gaat onderzoeken.)

Vorige week: discriminatie

Verschillende soorten racisme

Vroeger: ras --> NU: volk & cultuur

Cultuur(-verschillen)

Mentale programmering ipv beschaving: Hofstede

https://www.hofstede-insights.com/product/compare-countries/

Culturele Antropologie

= bestudeert de culturele diversiteit van de mens 

en de onderlinge verschillen 

én verbanden 

tussen uiteenlopende samenlevingen.

Culturele antropologie in de klas (6.10)

Verwantschap (niet biologisch)

Reciprociteit

Taboe

Religie

Symbolen en rituelen

Taboe door aangeboren overlevingsdrang (dood, ziekten) en westerse verklaring ook wel politieke correctheid

reciprociteit is wederkerigheid maar ook uitgesteld; de wederdienst mag ook later plaatsvinden.

Verwantschap is ook niet biologisch bijv. door huwelijken. Clans volgen matri-of patrilineaire lijn.

Cultuurrelativisme & -universalisme

Relativisme: Geen absoulte maatstaf, cultuur alleen vanuit zichzelf. Vergelijken van gewoonten zonder oordeel.

Universalisme: Wel een normatief oordeel, westerse s.l. als model. Goed, mits alleen over waarden obv mensenrechten

Vgl: Etnorelativisme.

 Etnorelativism is het tegengestelde van etnocentrisme. Het beoordelen van een cultuur door de normen van die cultuur als maatstaf te nemen.

Etnocentrisme: De eigen cultuur gebruiken om andere culturen in een sociaal-cultureel opzicht te meten

Relativeren= realistisch

Als je dan toch vergelijkt, kijk nuchter: 

-Culturen zijn veranderlijk!

-verschillen binnen- en overeenkomsten tussen cultuurgroepen vergeten we

Revitalisering van cultuur

=Herleving van eigen culturele tradities binnen een andere cultuur. Vooral (buitengesloten) minderheden.

Mogelijke nadelen:

-Verschil met land van herkomst (dubbel vreemdeling)

-Icm met relatief slechte sociale positie (2.6): Fundamentalisme

Invloed maatschappelijk debat

Culturele diversiteit:

niet ophemelen, 

niet afkraken,

niet verzwijgen.

Herken de behoeften, gevoelens:

Ergens bij horen: liefst bij betere groep ivm positieve identiteit

en/ of bij 'de nationale gemeenschap'

Nationale zelfidentificatie doordat ook anderen bestaan, niet behorend bij die natie.

Angst, nostalgie, trots

Die gevoelens icm opleidingsniveau

Hoger opgeleid: Kosmopolitisme en Europese integratie

Lager opgeleid: eerder nationaal gericht, afkerig internationale samenwerking

Hoe kan dat? 

(relatie arbeidssociologie)

Nog meer overlap met A&V

Overlap met arbeidssociologie en verzorgingsstaat: voorbeelden op gebied wonen, werken, verzekeren, verzorgen, en onderwijs?

Gevaar: die groepen zijn de problemen

Wij/ zij in het onderwijs 

Islamitische scholen (+weekendscholen, 6.1, 6.5)

ISK

Bijzondere scholen & gevolgen afwijzingsrecht

Dit was deel 2: denken en debat over multiculti

Deel 3: zelf verwerken

Praktische voorwaarden/ uitdagingen voor ICO:

-de leraar, de school, het lokaal, 

samenstelling van de klas, lesmateriaal

Deel 3: zelf verwerken

Bovenop de zes rollen van de leraar (welke?),

vijf aanvullende rollen van de leraar: (7) normsteller, (8) rechter, 

(9) beoordelaar, (10) begeleider, (11)contactpersoon

(1) gastheer, (2) presentator, (3) didacticus, (4) pedagoog, (5) afsluiter en (6) coach.

Deel 3: zelf verwerken

H8: simulatiespellen over vooroordelen

8.5: Incidentmethode, wij bespreken incidenten 4, 5, 6 en 7

a. Lees ze allevier

b. Bedenk of je zelf een dergelijk incident wilt delen

c. Kies er twee uit en bedenk voor jezelf of en hoe je zou optreden.  

(1) gastheer, (2) presentator, (3) didacticus, (4) pedagoog, (5) afsluiter en (6) coach.

Vervolg incidentmethode

Per incident:

1. Bij welke van de 4 taken van ICO? (blz. 31/zoz) past het?
2. Wat is daarbij de beste reactie van jou of bijv. een collega
3. Welke adviezen voor toekomstig handelen hieruit afgeleid?

(1) gastheer, (2) presentator, (3) didacticus, (4) pedagoog, (5) afsluiter en (6) coach.

Taken ICO

Actualiteit bij taak 3&4

bestrijden vooroordelen (tak 3) en 

bijdragen aan maatschappelijke attitude (taak 4)

Minderheden niet alleen etniciteit!

Opdracht!?

Fase 2 : generieke kennisbasis ter ondersteuning van vakdidactiek

werkbijeenkomst

Optioneel 3 februari,

opgeven via mail bij mij voor maandag a.s.