25 nov A2D - comparisons

WELCOME
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

WELCOME

Slide 1 - Tekstslide

test jezelf 2.3 nog

Slide 2 - Tekstslide

Today's lesson

  • Reading (short)
  • SO unit 2
  • Comparisons
  • Quiz
  • Homework for Monday

Slide 3 - Tekstslide




                Read in silence for 10 min 

Slide 4 - Tekstslide

SO unit 2 (2x)
Leren:
  • Past simple & past continuous blz 89 en blz 274
  • Grammar: comparisons blz 94
  • Vocabulary alleen lesson 2 & lesson 3 blz 88, 89, 90

Maandag proef SO, donderdag SO!

Slide 5 - Tekstslide

Check vocabulary lesson 3

Slide 6 - Tekstslide

Comparisons (blz 79)
Vergelijkingen met -er en -est of more en most

He is taller than me
He is the tallest of the group

The book is more interesting than the film
That book is the most interesting

Slide 7 - Tekstslide

woorden 1 lettergreep
-er en -est

The cat is faster than the dog
woorden 2 lettergrepen eindigend op -y, -er, -le, -ow
-er en -est

He is crazier than anyone I know
2 of meer lettergrepen
more en most

We had the most wonderful time

Slide 8 - Tekstslide

Let op!

  • Je kan ook vergelijken met '(not) as ...... as .....'
    Our car is not as nice as theirs
  • Denk om spelling! bijv. -y wordt -iest/-iest (busy - busier - busiest)
  • Er zijn een paar onregelmatige, bijv bad - worse - worst

Zie blz 94

Slide 9 - Tekstslide

Do exercise 4 on p. 79 

We'll discuss the answers after 5 min

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vul in (gebruik past simple)
We .............. (make) a cake yesterday
A
maked
B
were making
C
made

Slide 12 - Quizvraag

Vul in, gebruik past continuous

They ................. (drive) home last night
A
drove
B
drived
C
were driving
D
drive

Slide 13 - Quizvraag

Vul in, gebruik de past simple

The dog ........... (not/want) to eat the food.
A
doesn't want
B
didn't want
C
isn't wanting
D
didn't wanted

Slide 14 - Quizvraag

Vul in, gebruik de past simple

....... the chef ................ (prepare) a delicious meal?
A
Does ...... prepare
B
Is ..... preparing
C
Was..... preparing
D
Did..... prepare

Slide 15 - Quizvraag

Vul je de juiste vorm in

While I ............ (cook) dinner, my sister ...... (come) home
A
was cooking - came
B
cooked - was coming
C
cooked- came

Slide 16 - Quizvraag

Vul in:
I ................... (walk) the dog when I ......... (see) the accident.

Slide 17 - Open vraag

Was is de vergrotende en overtreffende trap van 'clever'?
A
clever - cleverer-cleverest
B
clever-more clever - most clever

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de vergrotende en overtreffende trap van 'polite'?
A
polite- politer-politest
B
polite-more polite-most polite

Slide 19 - Quizvraag

kruispunt
oversteekplaats
metro
oversteken
crossing
underground
crossroads
to cross

Slide 20 - Sleepvraag

Het meest ga ik nog oefenen/leren...
(you have to pick one!)
past simple/ past continuous
comparisons
vocabulary

Slide 21 - Poll

Do exercise 9 on p. 73

Done? Study for SO (=also homework for Monday)

Slide 22 - Tekstslide

End of the lesson

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide