Meewerkend voorwerp
1 / 11
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
"Hij heeft aan Sanne een cadeau gegeven."
Het meewerkend voorwerp is:
Het meewerkend voorwerp is:
A
heeft gegeven
B
aan Sanne
C
Hij
D
geen mv
Slide 2 - Quizvraag
"De matrozen lieten de kapitein de haaien zien."
Het mv is:
Het mv is:
A
De matrozen
B
de haaien
C
de kapitein
D
geen mv
Slide 3 - Quizvraag
"De kapitein stuurde de kustwacht een alarmerend bericht."
Het meewerkend voorwerp is:
Het meewerkend voorwerp is:
A
geen mv
B
De kapitein
C
de kustwacht
D
een alarmerend bericht
Slide 4 - Quizvraag
"Een medewerker mailde het nieuws over de haaien."
Het meewerkend voorwerp is:
Het meewerkend voorwerp is:
A
Een medewerker
B
het nieuws over de haaien
C
geen mv
D
mailde
Slide 5 - Quizvraag
"Een medewerker mailde een journalist het nieuws."
Het mv is:
Het mv is:
A
een journalist
B
Een medewerker
C
het nieuws
D
geen mv
Slide 6 - Quizvraag
"De journalist stelde aan zijn cameraman snel een paar vragen."
Het mv is:
Het mv is:
A
De journalist
B
geen mv
C
een paar vragen
D
aan zijn cameraman
Slide 7 - Quizvraag
"De cameraman gaf aan zijn kinderen een kus."
Het mv is:
Het mv is:
A
gaf
B
aan zijn kinderen
C
geen mv
D
een kus
Slide 8 - Quizvraag
"Aan de persdienst verzond de cameraman zijn mooiste beelden."
Het mv is:
Het mv is:
A
Aan de persdienst
B
geen mv
C
zijn mooiste beelden
D
de cameraman
Slide 9 - Quizvraag
"Uw jas kunt u aan mij geven."
Het mv is:
Het mv is:
A
Uw jas
B
u
C
geven
D
aan mij
Slide 10 - Quizvraag
"Uw jas kunt u aan de kapstok hangen."
Het mv is:
Het mv is:
A
Uw jas
B
geen mv
C
aan de kapstok
D
u
