§5.3 Ministers en hun budgetten

Ministers en hun budgetten
§5.3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ministers en hun budgetten
§5.3

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Introductie, spullen check, absenten (5 min)
Uitleg, oefenen, bespreken §5.3 (20 min)
Uitleg, oefenen, bespreken §5.4 (20 min)
Uitleg, oefenen, bespreken §5.4 (20 min)
Afsluiting (5 min)


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Overheidsuitgaven
12 ministeries hebben ieder hun eigen uitgaven:
Onderwijs, cultuur en wetenschap
Defensie
Justitie

Gemeentes
Subsidies + Heffingen om gedrag tegen te gaan of juist te bevorderen

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 
Maak opdracht 1, 3 en 5   vanaf  blz.16
Overleggen en vragen stellen is toegestaan
Tijd: 10 minuten
Klaar: Begin alvast met het huiswerk 6, 11 en 12
Resultaat: Antwoorden komen op het bord 

timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Begrotingstekort
Begrotingstekort = Uitgaven van het Rijk zijn groter dan inkomsten

De overheid moet dan geld bij lenen => de staatschuld wordt groter






Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 
Maak opdracht 7, 8 en 10      vanaf    blz. 18
Overleggen en vragen stellen is toegestaan
Tijd: 12 minuten
Klaar: Begin met je huiswerk 6, 11 en 12
Resultaat: klassikaal bespreken 

timer
12:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Sociale zekerheid
Sociale zekerheid = als je niet kunt werken door welke oorzaak dan ook heb je in Nederland meestal recht op een inkomen.

Dit is in verschillende wetten vastgelegd (opgeschreven)



Sociale zekerheid = Sociale verzekeringen (premies) + Sociale voorzieningen (belastinggeld)



Slide 13 - Tekstslide

Voorbeelden
Zorgverzekeringswet: 
Iedereen moet zich verplicht verzekeren tegen ziektekosten. Als je weinig verdient krijg je zorgtoeslag van de overheid.

Wet uitbetaling loon bij ziekte (Wulbz):
De werkgever moet loon doorbetalen als de werknemer ziek is. De werknemer moet meewerken aan beter worden.

Slide 14 - Tekstslide

Volksverzekeringen
Volksverzekeringen = sociale verzekeringen die voor iedereen gelden (Volk)

Voorbeelden:
  • Als je 67 jaar oud wordt krijg je een AOW uitkering (Algemene Ouderdomswet)
  • Als jouw partner overlijdt krijg je een Anw uitkering (Algemene nabestaandenwet)
  • Als je in een verzorgingstehuis komt krijg je een Wlz uitkering (Wet langdurige zorg)



Sociale zekerheid = Sociale verzekeringen (premies) + Sociale voorzieningen (belastinggeld)

Slide 15 - Tekstslide

Werknemersverzekeringen
Werknemersverzekeringen = Sociale verzekeringen die alleen voor werknemers gelden

Voorbeelden:
Als je tijdelijk geen werk hebt, kun je in aanmerking komen voor een WW uitkering (Wet werkloosheid)
Als je niet meer kunt werken krijg je een WIA uitkering (Wet Inkomen en arbeid naar vermogen)



Sociale zekerheid = Sociale verzekeringen (premies) + Sociale voorzieningen (belastinggeld)

Slide 16 - Tekstslide

Bijstand
Als je nergens recht op hebt en geen werk kunt vinden heb je recht op een bijstandsuitkering

Dit wordt geregeld in de Participatiewet.

Sociale zekerheid = Sociale verzekeringen (premies) + Sociale voorzieningen (belastinggeld)

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 
Maak opdracht  1, 4 en 5    blz. 20
Overleggen en vragen stellen is toegestaan
Tijd: 10 minuten
Klaar: Begin met je huiswerk 6, 11 en 12
Resultaat: klassikaal bespreken 

timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide