(P1) Les 7: Platentektoniek Zuid-Amerika (VOORSTEL LES VERVALLEN)

Startklaar
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Startklaar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees 10 min
Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

https://www.nu.nl/klimaat/6303415/al-een-jaar-recordtemperaturen-in-oceanen-tekenen-dat-opwarming-versnelt.html?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F
      Lesdoel
De leerlingen kennen ten minste de volgende onderdelen van platentektoniek: convectiestromen, slab pull, ridge push, en de drie soorten plaatbewegingen (convergente, divergente, en transforme plaatbewegingen).

Ze kunnen de oorzaken van deze bewegingen beschrijven en uitleggen hoe deze processen leiden tot aardbevingen, vulkanisme, en de vorming van gebergten.

Slide 3 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Voorkennis 
1. De leerlingen kennen de opbouw van de aarde.

2. De leerlingen weten de viscositeit van de aardmantel.

3. De leerlingen weten dat de aardmantel beweegt.


Slide 4 - Tekstslide

Welke voorkennis is nodig voor het doel.
Controleer of de leerlingen deze voorkennis beheersten door het stellen van Controle van Begrip vragen
      Lesdoel 1
De leerlingen kennen ten minste de volgende onderdelen van platentektoniek: convectiestromen, slab pull, ridge push.


Slide 5 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Wat zijn convectiesromen?
Convectiestromen in de aardmantel drijven de beweging van de platen aan.

Deze stromen ontstaan door het temperatuurverschil tussen de hete binnenkern en de koelere bovenmantel.

Warmer gesteente stijgt, koeler gesteente daalt, waardoor er circulatie ontstaat die de platen in beweging zet.


Slide 6 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
Slab Pull en Ridge Push
Slab PullDe trekkracht van een zinkende, oudere plaat die de rest van de plaat meetrekt de mantel in.

Ridge PushDe kracht die een nieuwe, opkomende plaat duwt vanaf de mid-oceanische rug door zwaartekracht.

Deze twee krachten helpen de platen te bewegen en vormen een belangrijk onderdeel van het platentektonisch proces. 

Slide 7 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
      Lesdoel 2
De leerlingen kennen de drie soorten plaatbewegingen (convergente, divergente, en transforme plaatbewegingen) en kunnen de gevolgen van deze bewegingen beschrijven en uitleggen.  (Hoe deze processen leiden tot aardbevingen, vulkanisme, en de vorming van gebergten).

 


Slide 8 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
Platen bewegen op verschillende manieren
Er zijn 3  verschillende soorten plaatbewegingen:

1. naar elkaar toe (convergentie)

2. van elkaar af (divergentie)

3. langs elkaar (transform)



Platentektoniek

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Convergente plaatbeweging

2 platen bewegen naar elkaar toe:
  • 2 continentale platen   
                    
     - gebergte vorming                       
     - aardbeving

  • continentale & oceanische plaat:

    - diepzeetrog                                   
    - aardbeving                                       
    - vulkanen   
diepzeetrog
aardbeving

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Covergentie
2 continentale platen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Covergentie
1 continentale vs 1 oceanische

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Divergente plaatbeweging
2 platen bewegen uit elkaar

  • Land                                                                   
     -  Het stuk land tussen 2 platen zakt in.   
     

  • Zee                                                                     
    - Magma komt omhoog                             
    - Vulkanisme                                                   
    - Ontstaan mid-oceanische rug

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Divergente plaatbeweging
Land
1. Het stuk land tussen de 2 platen zakt in
2. ontstaan horst en slenk vult zich met water

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Divergente plaatbeweging
Zee
1. magma komt omhoog
2. vulkanisme
3. ontstaan mid-oceanische rug

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transforme plaatbeweging
2 platen bewegen langs elkaar
  • aardbevingen
aardbeving

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting van de les
Convectiestromen, slab pull en ridge push zorgen voor de beweging van aardplaten.

Er zijn drie soorten plaatbewegingen: convergent, divergent, en transform.

Deze bewegingen veroorzaken aardbevingen, vulkanisme, en gebergtevorming.

Slide 19 - Tekstslide

Hoe hoge hoe kouder.
Hoe verder van de evenaar hoe kouder.
     Grote afsluiting
De leerlingen kennen ten minste de volgende onderdelen van platentektoniek: convectiestromen, slab pull, ridge push, en de drie soorten plaatbewegingen (convergente, divergente, en transforme plaatbewegingen).

Ze kunnen de oorzaken van deze bewegingen beschrijven en uitleggen hoe deze processen leiden tot aardbevingen, vulkanisme, en de vorming van gebergten.

Slide 20 - Tekstslide

Het lesdoel (2 min) 

Docent benoemt het lesdoel en bespreekt kort wat de leerlingen zullen leren en waarom dit belangrijk is.

Leerlingen luisteren naar de leerdoelen en krijgen een duidelijk beeld van wat er van hen verwacht wordt tijdens de les. Uitleg van leerdoelen, korte discussie over belang van de leerdoelen
(Aan)tekeningen
Tekening 1.
Windsysteem

Slide 21 - Tekstslide

Zelfstandige verwerking (10 min)
Zelfstandig verwerken (ik → jij) 10 min. Docent laat leerlingen zelfstandig werken aan de eindopdracht of een debatstelling, beschikbaar voor hulp indien nodig.

Werken aan eindopdracht, zelfstandig of in groepen 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

retrieval practice
https://quizlet.com/join/A5xDxSXpV?i=1fo1jg&x=1bqt

Slide 23 - Tekstslide

Retrieval practice (10 min)
Docent geeft de leerlingen de tijd om zelf te oefenen met de lesstof en biedt ondersteuning indien nodig.

Leerlingen oefenen zelf met de lesstof door begrippen te oefenen met Quizlet, flashcards te maken en zichzelf te overhoren of topografie spellen online te doen.

Quizlet, flashcards maken, zichzelf overhoren, topografie spellen online

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

 Vraag 1
Reproductie

Slide 25 - Tekstslide

Aw: Dit klimaat komt voor in het zuidelijke deel van Florida.
BS: Het bijbehorende landschap bij het BS-klimaat is de steppe, een droge grasvlakte.
Vraag 2 
Toepassing 1

Slide 26 - Tekstslide

Loefzijde: De loefzijde ontvangt meer neerslag omdat de lucht wordt opgestuwd door de bergen, afkoelt, en condenseert, wat leidt tot regen.
Lijzijde: De lijzijde is droger omdat de lucht, nadat het zijn vocht heeft verloren aan de loefzijde, daalt en opwarmt, wat zorgt voor een droog, woestijnachtig klimaat (regenschaduw).
Vraag 3 
Inzicht

Slide 27 - Tekstslide

BW: Het BW-klimaat draagt bij aan het ontstaan van woestijnen in de VS door extreem lage neerslag en hoge temperaturen, die verdamping versterken.
Cf: De ligging aan zee beïnvloedt het Cf-klimaat door milde winters en gematigde zomers te brengen, dankzij de nabijheid van de oceaan, die temperatuurverschillen dempt.