Begeleiden, semester 3, les 5, tweedejaar

Begeleiden Les 5; Cliënten in groepen begeleiden
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden Les 5; Cliënten in groepen begeleiden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- AWR
- Terugblik
- Filmpje
- Theorie
- Filmpje
- Hoe vond je de les?
- Aan het werk
- Hoe vond je de les?

Slide 2 - Tekstslide

AWR

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Een goede sfeer is belangrijk voor het functioneren van een groep
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Als MZ-beroepskracht heb je invloed op de sfeer
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Het duurt vaak wel een kwartier voordat de sfeer kan omslaan
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Communicatiestructuur
Bij het stimuleren van de interactie tussen groepsleden is het nodig dat je zicht hebt op de communicatiestructuur in de groep.

We bespreken twee veelvoorkomende communicatiestructuren.



Slide 8 - Tekstslide

Sterstructuur
Bij de sterstructuur communiceren groepsleden via een centrale figuur met elkaar. Deze communicatiestructuur komt veel voor. Je hebt er vast en zeker ervaring mee. De communicatie in een lesgroep of klas verloopt namelijk op deze manier. De docent geeft belangrijke informatie, zegt wie wat moet doen, enzovoort. Als je als student iets wilt vragen, dan laat je dat merken en geeft de docent je het woord. De docent is de formele leider. Maar veel groepen hebben ook informele leiders. Formele en informele leiders spelen een centrale rol in de communicatie. En daarmee in de groep en in de besluiten die de groep neemt.

Slide 9 - Tekstslide

Als de communicatie in een groep te vaak alleen via een sterstructuur verloopt, heeft dat een nadeel: groepsleden kunnen zich gaandeweg minder betrokken voelen bij wat er in de groep gebeurt. Bovendien is de kans groot dat ze zich afhankelijk gaan opstellen van de centrale figuur. Ze willen eerst weten hoe hij/zij over iets denkt.






Slide 10 - Tekstslide

Wielstructuur
Bij de wielstructuur communiceren groepsleden op een intensieve manier met elkaar. Er is geen centrale figuur, maar er is sprake van een rechtstreekse, open communicatie met elkaar. Ook over besluiten die de groep neemt, praat iedereen mee.

Het nadeel van de wielstructuur kan zijn dat het tempo van werken laag ligt, zeker in het begin. Het begrip ‘werken’ moet je daarbij ruim opvatten. Het kan ook gaan om het nemen van een beslissing: wat gaan we doen? Hoe regelen we de corvee? Het voordeel van deze rechtstreekse manier van communiceren is de hoge betrokkenheid van groepsleden bij elkaar.

Slide 11 - Tekstslide

Bij een heel grote groep is een wielstructuur nauwelijks mogelijk. Bij een overleg zouden er simpelweg te veel deelnemers aan het overleg zijn. Een mogelijkheid is dan om de grote groep op te splitsen in kleinere groepen.












Slide 12 - Tekstslide

Betrokkenheid stimuleren
Een groep is pas een prettige, fijne groep als groepsleden zich betrokken voelen bij elkaar. Als ze niet of nauwelijks geïnteresseerd zijn in elkaars doen en laten, hangt de groep als los zand aan elkaar. Dat is ongewenst.

Betrokkenheid kun je als beroepskracht MZ niet afdwingen, maar je kunt betrokkenheid tussen cliënten wel stimuleren. Dit doe je allereerst door zelf het goede voorbeeld te geven. Als je zelf weinig interesse toont, dan is het niet vreemd als cliënten ook weinig betrokkenheid tonen bij elkaar.

Slide 13 - Tekstslide

Interesse tonen is natuurlijk vooral belangrijk als er iets belangrijks gebeurt. Of is gebeurd.


Slide 14 - Tekstslide

Hoe toon je interesse in mensen?

Slide 15 - Woordweb

Voorbeelden: interesse tonen bij belangrijke situaties
  • Een cliënt feliciteren met zijn verjaardag.
  • Bewondering tonen voor de behaalde medaille van de avondvierdaagse.
  • Een cliënt vragen naar de uitslag van een onderzoek.
  • Luisteren naar het vakantieverhaal van een cliënt.









Slide 16 - Tekstslide

Je kunt ook meer doen dan alleen het goede voorbeeld geven. Je kunt cliënten op elkaars interesses of ervaringen attent maken. Natuurlijk is het belangrijk dit op een respectvolle manier te doen, zodat het niet ontaardt in roddelen of overkomt als indirecte kritiek.

Je kunt de betrokkenheid in een groep ook stimuleren met groepsactiviteiten. Dingen samen doen verhoogt het wij-gevoel in de groep. Er ontstaat een gevoel van verbondenheid. Onderlinge contacten groeien spontaan tijdens spel en activiteiten.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

cirkel van invloed
Hoe ga je zelf om met invloed en betrokkenheid

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat neem je mee van deze les?

Slide 21 - Open vraag

Maken: Thieme Meulenhoff, boek communicatie,  deel 8, groepsprocessen Thema opdracht 1

Slide 22 - Tekstslide

Volgende week
Volgende week gaan we het hebben over 
- individuele aandacht geven
- omgaan met conformisme

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide