In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Nederlands 24-9
Wat gaan we doen vandaag?
Spullen op tafel en mobiels in de tas
Dilemma
Herhaling grammatica
Opdrachten maken
Proefso
Slide 1 - Tekstslide
Dilemma
Altijd rondlopen met een plakje leverworst op je hoofd
Of je mobielhoesje is een plakje gerookte zalm
Slide 2 - Tekstslide
De persoonsvorm (pv) vind je door....
A
De zin vragend te maken
B
Naar het eerste woord van de zin te kijken
C
Alle werkwoorden te zoeken
D
De zin in een andere tijd zetten
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de pv van de volgende zin: Wij zijn vanochtend te laat op school gekomen.
A
Wij
B
Zijn
C
te laat
D
gekomen
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de pv van de volgende zin: Altijd rijden zij met een vast groepje mensen naar school.
A
Altijd
B
rijden
C
zij
D
school
Slide 5 - Quizvraag
Welke vraag stel je om het onderwerp (ow) te vinden?
A
Hoe + pv?
B
Zin vragend maken
C
Wanneer + pv?
D
Wie/wat + pv?
Slide 6 - Quizvraag
Haal uit de zin de pv en het ow: Morgen heeft klas 1B de eerste toets voor Nederlands.
A
pv: morgen ow: heeft
B
pv: klas 1B ow: heeft
C
pv: heeft ow: klas 1B
D
pv: heeft ow: 1B
Slide 7 - Quizvraag
Haal uit de zin de pv en het ow: Iedereen haalt een dikke voldoende!
A
pv: haalt ow: Iedereen
B
pv: haalt ow: een dikke voldoende
C
pv: Iedereen ow: haalt
D
pv: een dikke voldoende ow: haalt
Slide 8 - Quizvraag
Basis:
Maak de opdrachten 4 t/m 8 van Grammatica H2 op blz 65 & 66.
Heb je die af? Alle opdrachten van Grammatica H2 nakijken met nakijkvel (ligt op mijn bureau).
Kader:
Lees de theorie over splitsbare werkwoorden op blz 104.
Maak de opdrachten 1 t/m 5 (blz. 104 t/m 105)
Klaar? Nakijken met nakijkvel (ligt op mijn bureau)
Hoe? zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw mag.
Tijd: Tot aan het einde van de eerste les
Hulp: Je kan mij of je buurman/buurvrouw om hulp vragen
Slide 9 - Tekstslide
Regels toets
Iedereen gaat individueel zitten, dus in je eentje.
Je schrijft met een blauwe of zwarte pen.
Ben je klaar? Dan leg je de toets op de hoek van je tafel.
Ben je klaar? Dan ga je iets voor jezelf doen. Niet op je mobiel!
Je blijft stil totdat iedereen klaar is.
Slide 10 - Tekstslide
Voorbereiden op de toets
Jullie maken zometeen een proefso. Dit so is vergelijkbaar met de toets van morgen. Je maakt de toets alleen en de antwoorden schrijf je op een papiertje.
Ben je klaar? Dan kijk je na met het nakijkvel op mijn bureau.
Kijk goed naar je fouten. Zo weet je welke dingen je moet leren voor de toets.
Klaar met nakijken? Dan mag je een woordzoeker pakken van mijn bureau.
Slide 11 - Tekstslide
Tips voor de toets
Kijk goed de samenvatting door die je hebt gekregen via de klassenapp.
Oefen de dingen die je nog moeilijk vindt. Dit kan met je oefenboek.
De woorden van woordenschat kan je oefenen met papiertjes. Zet op de ene kant het woord en op de andere kant de betekenis. Flip the card!
Als je een vraag tijdens de toets niet weet, sla die vraag dan even over. Ben je klaar met de toets, dan kan je die vraag beantwoorden. Zo verlies je geen tijd.