start spelling H6 (werkwoordspelling en controleren van spelling)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
programma
H5 spelling opdr 7, 8 en 9
start spelling H6 (werkwoordspelling en controleren van spelling)
Slide 1 - Tekstslide
Welke zin kloppen de leestekens?
A
Hij zei: Ik heb geen zin om op te staan.
B
Hij zei: 'Ik heb geen zin om op te staan'.
C
Hij zei 'Ik heb geen zin om op te staan.'
D
Hij zei: 'Ik heb geen zin om op te staan.'
Slide 2 - Quizvraag
In welke zin kloppen de leestekens?
A
'Enig,' riep de man uit, 'dit staat u geweldig!'
B
'Enig, riep de man uit, 'dit staat u geweldig!
C
'Enig', riep de man uit, 'dit staat u geweldig!'
D
'Enig riep de man uit, dit staat u geweldig!'
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
opdr 8: geef de 4 werkwoorden in de goede vorm
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Menig leerling [ ] zich de strijd met de vermaledijde d’s en t’s. Je moet er goed op letten dat de laatste letter, afhankelijk van de vorm en tijd van het werkwoord, soms [ ]. Het is dan ook niet voor niets dat de werkwoordspelling jaarlijks wordt
[ ]. Een foutje is ook na jarenlange training, nauwgezette oefening en gerichte uitleg zo [ ]. Hoewel er enkele lastige regels toegepast dienen te worden, moet je er wel op blijven letten dat iedere letter de juiste uitgang krijgt die het heeft
[ ].
Zorg ervoor dat je alle regels nog een keer zorgvuldig [ ]. De werkwoordspelling is echt nooit [ ], maar bij het schrijven heb je het stappenplan gewoon niet voldoende
[ ]. Het [ ]vast nog wel eens dat je een slordigheidsfoutje maakt, maar je tekst krijgt de zorg die het