(H)V1 NN6 H4 meervoud op -s + H5 bijvoeglijk naamwoord

Lees uit je leesboek
  • Weest stil.

  • Geniet ervan!
timer
15:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lees uit je leesboek
  • Weest stil.

  • Geniet ervan!
timer
15:00

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!


- Ga rustig zitten
- Leg je iPad gesloten op tafel

Slide 2 - Tekstslide

Opdrachten tot nu toe
> Leesboek kiezen
> H1 Hoofdletters en leestekens
> H2 Spelling in het woordenboek
> H3 Meervoud op -en
--> Werk vanuit de planning!  ------->

Slide 3 - Tekstslide

Fictieopdracht 1:
* Individuele opdracht.
* Meeste thuis, klaar? Op school.
* Mindmap (papier/ digitaal) van je boek.
* Met daarin de genoemde begrippen.
* Houd je aan de opdracht.
* Gebruik de tabel met de beoordeling!
* Inleveren uiterlijk in week 48.

Status? 

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • H4: Ik kan zelfstandige naamwoorden met een meervoud op -s juist spellen.
  • H5: Ik weet hoe ik het bijvoeglijk naamwoord moet spellen.
  • Ik weet hoe ik kan leren voor de toets in de toetsweek.

Slide 5 - Tekstslide

schijf - schijven
teen - tenen
bal - ballen
luis - luizen
ree - reeën
industrie - industrieën
olie - oliën
Welke regels voor het meervoud herken je?

Slide 6 - Tekstslide

Lees de uitleg zo in je methode.
-ën wordt nu toegelicht

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer -ën?
-ën
schrijf je achter woorden die op -ee eindigen

fee     > feeën
twee > tweeën
zee    > zeeën

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer -ën?
-ën
schrijf je achter woorden waarbij de klemtoon op de -ie ligt.
industrie   > industrieën
categorie > categorieën


Maar: 
bacterie > bacteriën  
olie > oliën  

Slide 9 - Tekstslide

H4 Wanneer -s?
-s
schrijf je achter het enkelvoud:
cafés              horloges
bezems         theezakjes
-s
schrijf je bij woorden die eindigen op twee of drie klinkers die samen één klank vormen: bureaus, etuis, boys. * 




* Maar: 
niet bij: port-fo-li-o's -> de i en de o vormen aparte klanken!

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer 's?
's
schrijf je bij woorden op  -a, -i, -o, -u of -y ...
baby's
zebra's
avocado's









's
schrijf je ook bij afkortingen:
pc's, dvd's, EK's

Slide 11 - Tekstslide

ei/ ij
- Gebruik eventueel een woordenboek
- Leer de spelling voor de toets!

!! Dit geldt ook voor  de andere oefeningen die je hebt gemaakt (ij/ei, ou/au) !!

Slide 12 - Tekstslide

H5 bijvoeglijk naamwoord
Hoe maak je de lange vorm?
- Korte vorm + -e : mooie
- Verdubbel de laatste letter + -e : witte
- Haal een a, e, o of u weg + -e : zuur - zure
- De -f wordt een -v- en de -s wordt een -z- + -e: grijze, lieve.
- financiële / commerciële - uitspraak!

Slide 13 - Tekstslide

H5 stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
- Zegt van welk materiaal (welke stof) iets is gemaakt. 
- Heeft maar één vorm en eindigt meestal op -en : een houten pollepel, een zilveren ring.
- Soms eindigt het niet op -en : een nylon tas, een aluminium pan.
- Eindigt (praktisch) NOOIT op een -e.

Slide 14 - Tekstslide

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden niet op -en:
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden wel op -en:

Slide 15 - Tekstslide

Bijzondere gevallen:

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag!
* Volg de 

* Jullie mogen zachtjes fluisteren over de stof.
* Stel eventueel je vragen.

Klaar?
* Lees uit je leesboek.

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Werk door..:
* Zelfstandig en stil.
* Volg de planning:
* Bewaar je vragen voor later.

Klaar? 
* Volg de planner.
* Lees uit je leesboek.
* Leer voor de toets - gebruik de succescriteria.

timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Werk door..:
* Volg de planning
* Jullie mogen zachtjes fluisteren over de stof.
* Stel eventueel je vragen.
Klaar? 
* Volg de planner.
* Lees uit je leesboek.
* Leer voor de toets - gebruik de succescriteria.


timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk volgende week:
 H3 Meervouden op -en
 H4 Meervouden op -s
 H5 Bijvoeglijk naamwoord

Volg de planning! 

Slide 20 - Tekstslide