LES 6 - VERSLAVING

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LES 6
verslaving

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Icoontjes:
Sla deze slide op in je favorieten of klik op het oog om de slide te verbergen.

Kleurcodes:
De kleurcodes in deze les verschillen per lesfase:

informatie
doen
Voorkennis activeren
#EBE7F7
#9C89D7
Theorie/Instructie
#F8DACF 
#FE8F6B
Verwerking
#C4E5C9
#38A84A
Afsluiting
#EBE7F7
#9C89D7

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 6 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Waar denk je aan bij
verslaving?

Slide 7 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Verslaving. Bij verslaving denken we al snel aan drank, drugs en roken, maar wist je dat je aan allerlei dingen serieus verslaafd kunt raken?
gamen
Speel jij wel eens een spelletje? Gameverslaving is een veelvoorkomende verslaving.
Social media
Bijna iedereen heeft social media. Kijk jij vaak op je mobiel? Verslavingen die met internet te maken hebben zijn het de meest voorkomende verslaving onder Nederlandse jongeren.
Voeding
In  rijke landen hebben veel mensen verslavingen die met voeding te maken hebben. Ze zijn verslaafd aan eten of bijvoorbeeld aan het drinken van frisdrank.
Genotsmiddelen
Genotsmiddelen zoals alcohol, tabak en drugs zorgen voor veel ernstige verslavingen. Deze les gaat over verslaving aan deze middelen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Ik ken iemand die verslaafd is aan iets.
Ja
Nee
Ik weet het niet

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Ik ben zelf verslaafd aan iets
(bijv. social media, gamen, energiedrank)
Ja
Nee

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Verslaving
Bekijk de video.





Wat valt je op?
Noteer dit op de volgende slide.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je gezien
in de video?

Slide 12 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

Voorkennis
Voorkennis
Voorkennis
Voorkennis
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00
Voorkennis
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Vraag 4

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Leerdoelen
Aan het einde van deze les ...
  1. kun je uitleggen hoe een verslaving werkt (I)
  2. kun je jouw mening geven over stellingen rondom verslaving (T2)
  3. ken je het 'verslavingskringetje' (R)

Slide 15 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Wanneer je een genotsmiddel zoals drank, drugs of alcohol te vaak gebruikt kun je hieraan verslaafd raken.
Dit betekent dat jij niet meer zonder een bepaald genotsmiddel kunt. Je weet het dat slecht voor je is, maar toch blijf je het steeds maar gebruiken.

Willen roken of drinken, verandert in moeten roken of drinken. Verslaving wordt gezien als een hersenziekte.
Bij de ene persoon is de kans op een verslaving groter dan bij de ander.
Verslaving begint altijd klein. Je rookt eens een sigaretje op het schoolplein, of doet een drankje met vrienden. Maar wanneer je verslavingsgevoelig bent verandert dat ene sigaretje vaak al gauw in een pakje en dat ene drankje in een hele avond drinken. 

Verslaving bouw je langzaam op waardoor je niet goed door hebt dat het ontstaat.
Theorie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


          Wat vind jij?
Als je verslaafd raakt is dit je eigen schuld.
Iedereen kan verslaafd raken, dit is niet je eigen schuld.

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Verslaving is soms best moeilijk te herkennen, want wat is nou het verschil tussen gewoon gezellig iets doen of gebruiken en verslaafd zijn? 

Je bent verslaafd aan iets wanneer:
  • Je het steeds vaker gaat gebruiken
  • Je het vaker gebruikt dan je met jezelf of anderen hebt afgesproken.
  • Je minder aandacht hebt voor school, familie of vrienden door het gebruik.
  • Je het middel ook vaak in je eentje gebruikt.
  • Het je niet in je eentje lukt om te stoppen met je verslaving.
Theorie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat vind jij?
'Milou kijkt om de 5 minuten op haar telefoon.'
Milou is verslaafd.
Milou is niet verslaafd.

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Wat vind jij?
'Lars rookt veel sigaretten, maar alleen met vrienden.'
Lars is verslaafd.
Lars is niet verslaafd.

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Wat vind jij?
'Delaino slikt elk weekend op zijn zolderkamer xtc-pillen'
Delaino is verslaafd.
Delaino is niet verslaafd.

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies


Wat vind jij?
'Rachid drinkt elke ochtend in de bus naar school een blikje energy.'
Rachid is verslaafd.
Rachid is niet verslaafd.

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Soms ben je extra kwetsbaar voor verslaving.
Wat zouden momenten of situaties kunnen
zijn waarop iemand extra gevoelig
is voor verslaving?

Slide 24 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
In dit filmpje wordt uitgelegd hoe een verslaving er niet opeens is. Verslaving ontstaat in stapjes en vaak door bepaalde omstandigheden (zoals ruzie thuis, of andere problemen die je met jezelf hebt).

Wanneer mensen eenmaal verslaafd zijn, willen ze dit niet. Ze willen stoppen met hun verslaving maar belanden in een een 'verslavingskringetje'.

Hier zie je hoe dat werkt. 
Animatie vroegsignaleren verslaving - Novadickentron 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

           Aan de slag
Je hebt de video van het verslavingskringetje kunnen bekijken.
In de volgende sleepvraag ga jij de onderdelen uit het kringetje in de juiste volgorde zetten.

Let op: lees goed, en controleer je antwoord voordat je het inlevert.

Slide 26 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Zet het verslavingskringetje in de goede volgorde.
Ik doe dit nooit meer!
Je wordt onrustig
Je voelt je geïrriteerd en rot
Je blijft ernaar verlangen
Je geeft het op en gebruikt weer
Je gebruikt in één keer heel veel
Je voelt je even heel erg fijn?
Je baalt en krijgt er spijt van
1
2
3
4
5
6
7
8

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

           Afsluiting
Werk samen met je schoudermaatje.
  1. Spin een uitspraak en lees deze.
  2. Leg aan elkaar uit hoe verslaving werkt.
  3. Geef je mening over de uitspraak.
    » Denk hierbij aan het verslavingskringetje!

Slide 28 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
Wat voor tip zou jij
aan een verslaafde
geven?

Slide 29 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Eindslide

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies