Oefening wisbordjes zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

WELKOM

bij het vak Nederlands

leestijd

Planning

• lezen
• werken met 'wisbordjes' (zinnen ontleden)

• diagnostische toets redekundig ontleden maken 
• werken aan journaaluitzending
  

Doelen van de les

Je hebt je voorkennis over redekundig ontleden opgehaald.

Jullie hebben de grote lijnen van jullie journaaluitzending helder.

Wim heeft met een wedstrijd een grote prijs gewonnen

Hak in zinsdelen

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

Schrijf op: wwg

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

werkwoordelijk gezegde: alle werkwoorden in de zin

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

schrijf op: ond + pv

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

onderwerp: wie/wat + wwg

pv: zet de zin in een andere tijd

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

schrijf op: lv

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

lijdend voorwerp: een grote prijs

lijdend voorwerp:

wie/wat + ond + wwg

(je hebt iets nodig om te winnen)

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

Is er een mv?

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

Is er een mv? NEE... want:

Gewonnen: iemand (ond) wint iets (lv)

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

Blijft over... schrijf op wat dit zinsdeel is

Wim/ heeft/ met een wedstrijd/ een grote prijs/ gewonnen

Blijft over... de bijwoordelijke bepaling (plaats/tijd/of iets wat overblijft in de zin

Maarten/ heeft /hem /het slechte nieuws/ na het eten/ verteld

schrijf op: wwg

Maarten heeft hem het slechte nieuws na het eten verteld

wwg= alle werkwoorden in de zin

Maarten heeft hem het slechte nieuws na het eten verteld

schrijf op: ond + pv

Maarten heeft hem het slechte nieuws na het eten verteld

ond= wie/wat + wwg

pv= zet de zin in een andere tijd

Maarten heeft hem het slechte nieuws na het eten verteld

schrijf op: lv

Maarten heeft hem het slechte nieuws na het eten verteld

lijdend voorwerp:

wie/wat + ond + wwg 

(je hebt iets nodig om aan iemand te vertellen)

Maarten heeft hem het slechte nieuws na het eten verteld

schrijf op: mv

Maarten heeft hem het slechte nieuws na het eten verteld

meewerkend voorwerp:

Aan (voor) wie + wwg + ond+ lv

(je hebt iemand nodig om iets aan te vertellen)

Maarten/ heeft /hem /het slechte nieuws/ na het eten/ verteld

blijft nog over:

Maarten/ heeft /hem /het slechte nieuws/ na het eten/ verteld

Blijft over:

bijwoordelijke bepaling: zegt iets over plaats/tijd of is over in de zin

En nog een paar...

Isa is geboren in het ziekenhuis tijdens een zware onweersbui.  

Schrijf op wat het onderstreepte zinsdeel is.  

En nog een paar...

Isa is geboren in het ziekenhuis tijdens een zware onweersbui.  

BWB

En nog een paar...

Eva leest het boek met zeer veel interesse.   

Schrijf het onderstreepte zinsdeel op. 

En nog een paar...

Eva leest het boek met zeer veel interesse.   

LV

Zelfstandig ontleden (20 minuten)

Ga naar hf. 11 in learnbeat, paragraaf 11.2 zinsdelen

Maak onderdeel S/ diagnostische toets brugklas, opgave 1

Eerder klaar? Ga verder met opgave 2