HP sessie RoNi2023

UNIVERSITEIT TWENTE.
Welkom bij het Honoursprogramma
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
IntersectoraalWOStudiejaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

UNIVERSITEIT TWENTE.
Welkom bij het Honoursprogramma

Slide 1 - Tekstslide

Het plan:
1e helft: lekker quizzen over waarheid en wetenschapsfilosofie
2e helft: lekker breinsporten met redeneerschema's en validiteit
3e helft: het leerdoel: jullie snappen wat we de leerlingen bij HP proberen bij te brengen 

Slide 2 - Tekstslide

Uitgangspunt
Wetenschap is waarheidsvinding
Maar is wat wetenschap vindt dan "waar"?
Wat betekent het als iets "waar" is?
Wat betekent het als wetenschap iets vindt?

Slide 3 - Tekstslide

De Quiz
 
Houd je eigen score bij
En verzin je eigen puntentelling

Slide 4 - Tekstslide

Welke kleur jurk zie jij?
A
Goud / wit
B
Blauw / zwart
C
Iets anders

Slide 5 - Quizvraag

Wat hoor jij?
A
Laurel
B
Yanny

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer weet je of iets waar is?

Slide 7 - Open vraag

Wanneer heb je iets voldoende verklaard/uitgelegd/verantwoord?

Slide 8 - Open vraag

Is wetenschap volgens Latour bezig met het vinden van waarheid? Hoezo wel/niet?

Slide 9 - Open vraag

         We doen een Spel! Kees gaat naar huis!

Slide 10 - Tekstslide

         Spelregels!
- je moet van A (Kees) naar B (Huis) in een zo charmant mogelijk aantal stappen (horizontaal en/of verticaal)
- je mag zelf de logische 
samenhang tussen 2 vakjes 
bepalen
- je succes wordt bepaald door
 de coherentie van je verhaal, 
gecombineerd met nader te
 bepalen factoren creativiteit 
en aansprekendheid

Slide 11 - Tekstslide

         Spelregels!

-Bedenk de beste route 
(6 min)
-Typ het verhaal in de LessonUp
-Pitch waarom jouw verhaal het beste verhaal is
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Type hier jullie verhaal
(één per groepje)

Slide 13 - Open vraag

Werkt wetenschap ook zo?

Slide 14 - Tekstslide

Bestaat absolute waarheid in jouw wetenschappelijke praktijk?
Weet je dat zeker?

Slide 15 - Open vraag

Wie heeft de quiz gewonnen en waarom?

Slide 16 - Tekstslide

Even op adem komen

Slide 17 - Tekstslide

Redeneervaardigheid
Argumenteren om te winnen
vs.
Argumenteren om zo dicht mogelijk bij de waarheid te komen

Slide 18 - Tekstslide

Redeneervaardigheid
-Absolute waarheid is bijzonder lastig te vinden 
-Waar we wél houvast aan hebben: de verbanden tussen beweringen. 
-Door hierin te trainen weten we in ieder geval hoe de claims van een onderzoek samenhangen met onderzoeksvraag, -opzet en resultaat. Of hoe het zou moeten samenhangen. Validiteit!!!!

Slide 19 - Tekstslide

Geldigheid en validiteit
Zijn ze eigenlijk wel verschillend?

Slide 20 - Tekstslide

      Geldigheid
                Bij het onderzoeken van de geldigheid van redeneringen maak je      
                van een redenering een soort optelsom. Dan kun je, nog los van 
                de waarheid van de beweringen (premissen), bepalen of de     
                redenering in orde is  
             (Zoals je al hebt gelezen: geldigheid is iets heel anders dan 
             waarheid).


Slide 21 - Tekstslide

       Herneming: Geldigheid
               Bij het onderzoeken van de geldigheid van 
               redeneringen maak je van een redenering een soort 
               optelsom:
                         premisse A
                         premisse B 
                         premisse: A + B = C
           ----------------------------------------
                            conclusie: C

Als de premissen waar zijn, is de conclusie noodzakelijk ook waar

Slide 22 - Tekstslide

       Geldigheid
               Bij het onderzoeken van de geldigheid van 
               redeneringen maak je van een redenering een soort 
               optelsom:
                         premisse 1: alle fietsen zijn blauw
                         premisse 2: mijn paard is mijn fiets
               ----------------------------------------
                           conclusie: mijn paard is blauw

Slide 23 - Tekstslide

       Geldigheid
               Bij het onderzoeken van de geldigheid van 
               redeneringen maak je van een redenering een soort 
               optelsom:
                         premisse 1: alle fietsen zijn blauw
                          premisse 2: mijn paard is mijn fiets
                         premisse 3: alle fietsen hebben academisch denkniveau
                ----------------------------------------
                            conclusie: mijn paard is blauw en is goed in schaken

Slide 24 - Tekstslide

Monty Python

Slide 25 - Tekstslide

Monty Python ontrafeld...
timer
2:00
Denktijd...

Slide 26 - Tekstslide

       Verborgen premissen en validiteit
                       Een voorbeeld:

                            P1: Alle zwanen die ik gezien heb zijn wit
                            P2: Wat ik zie is waar
                            _______________________
                             C: Alle zwanen zijn wit

                             Welke premisse ontbreekt?

Slide 27 - Tekstslide

       Verborgen premissen en validiteit
                       Een voorbeeld:

                            P1: Alle zwanen die ik gezien heb zijn wit
                            P2: Wat ik zie is waar
                             X
                            _______________________
                             C: Alle zwanen zijn wit

X= "ik heb alle zwanen gezien" of "ik kan uit mijn waarnemingen algemene waarheid afleiden"

Slide 28 - Tekstslide

niet echt absurd...
Als je de invloed van koffie op het groeien van tuinkers wil meten is het overduidelijk dat jouw onderzoeksopzet niet per se een enquête onder 100 studenten en een hijskraan hoeft te bevatten. Maar bij hoeveel samples onder welke omstandigheden met welke koffie kun je überhaupt iets zinnigs zeggen over een beantwoording van je onderzoeksvraag?

p1: Alle hijskranen zijn geel
p2: 90 van de honderd studenten vinden tuinkers lekker
C: Door toevoeging van koffie groeit tuinkers harder

Slide 29 - Tekstslide

Of...
p1: Bij gelijke hoeveelheid licht en vocht zijn 2 van de 10 samples met koffie harder gegroeid dan de rest
p2: Bij gelijke hoeveelheid licht en vocht zijn 2 van de 10 samples zonder koffie minder gegroeid dan de rest
-----------------------------------------------------------------
C: Door toevoeging van koffie groeit tuinkers harder

Vraag: Kun je deze conclusie trekken op basis van deze premissen? Zo nee: welke premissen moeten er nog bij, of moeten anders?

Slide 30 - Tekstslide


p1: Bij gelijke hoeveelheid licht en vocht zijn 2 van de 10 samples met koffie harder gegroeid dan de rest
p2: Bij gelijke hoeveelheid licht en vocht zijn 2 van de 10 samples zonder koffie minder gegroeid
-----------------------------------------------------------------
C: Door toevoeging van koffie groeit tuinkers harder


Deze redenering is alleen geldig als we minstens drie premissen toevoegen:
-verschil in groei kan alleen aan koffie liggen
-het gebruiken van 2x10 samples is genoeg om representatief te zijn
-voor het trekken van de conclusie dat tuinkers harder groeit met koffie dan met water is het voldoende als de gemiddelden van de samples een meetbaar verschil hebben.

Slide 31 - Tekstslide

Wat is het belang... 
Van validiteit voor waarheidsvinding?
Van geldigheid van redeneringen voor validiteit?
Van dit hele verhaal voor het opleiden van jonge wetenschappers?

Slide 32 - Tekstslide

Het gaat in het Honoursprogramma... 
 niet per se om onderzoekstechnieken, of academisch schrijven, maar om academisch denken. Wat is waar en hoe weet je dat?
 
Vandaar geldigheid/validiteit: Een goede (honours)leerling is niet iemand die een bak kennis kan reproduceren, maar iemand die weet hoe je informatie en onderzoek combineert om een nieuw stukje waarheid te vinden, en dat kan verantwoorden.

Slide 33 - Tekstslide

Het plan:
1e helft: lekker quizzen over waarheid en wetenschapsfilosofie
2e helft: lekker breinsporten met redeneerschema's en validiteit
3e helft: het leerdoel: jullie snappen wat we de leerlingen bij HP proberen bij te brengen en gebruiken dat als uitgangspunt in jullie begeleiding
IS DIT GELUKT???

Slide 34 - Tekstslide

Wat kun je nu hierover zeggen?
Wetenschap is waarheidsvinding
Maar is wat wetenschap vindt dan "waar"?
Wat betekent het als iets "waar" is?
Wat betekent het als wetenschap iets vindt?

Slide 35 - Tekstslide

Check-out

Slide 36 - Tekstslide