Gregoriaans deel 2: polyfonie

Huiswerk
maken wb opdr 35 t/m 42 Mariaverering op blz 21 t/m 23
 lezen tb blz 30 t/m 33 
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
KuaMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk
maken wb opdr 35 t/m 42 Mariaverering op blz 21 t/m 23
 lezen tb blz 30 t/m 33 

Slide 1 - Tekstslide

Gregoriaans deel 2

Van monodie naar polyfonie

Slide 2 - Tekstslide

In veel kloosters en kerken werd Gregoriaans gezongen: eenstemmige (monodie), Latijnse,  onbegeleide kerkzang.
We maken daarbij onderscheid tussen:

Syllabisch zingen 

Melismatisch zingen
per lettergreep (syllabe) wordt er slechts één noot gezongen.
zingen met meerdere noten per lettergreep (melodie)

Slide 3 - Tekstslide

beluister fragment v201
v201: Gregoriaans (monodie)

Slide 4 - Tekstslide

Muzieknotatie
Een Italiaanse monnik, Guido van Arezzo, zette rond het jaar 1000 een grote stap. Hij begon neumen op twee horizontale lijnen te schrijven, een gele voor de C en een rode voor de F. Guido vond ook een systeem uit waarmee zijn koorzangers de afstanden tussen de noten konden herkennen en benoemen. Dit systeem kennen wij als de do-re-mi toonladder. Het is een relatief systeem; dat wil zeggen dat de onderlinge afstanden tussen de noten een naam krijgen, en niet de noten zelf. Door het vastleggen van de precieze afstand tussen de tonen konden zangers nu ook liederen leren die ze nog nooit gehoord hadden.

Uit de Noordfranse neumen ontwikkelde zich in de 12e eeuw de kwadraatnotatie, met typische vierkante nootvormen op een notenbalk met vier lijnen. Het Gregoriaans wordt nog altijd in kwadraatnotatie genoteerd. Uit deze muzieknotatie is het moderne notenschrift ontstaan. Door de muzieknotatie verloor de westerse muziek de mogelijkheid om allerlei kleine versieringen in de melodie en variaties in het ritme over te dragen - iets wat in een mondelinge traditie wel gebeurt. Nog altijd weten we niets over de ritmes van de Gregoriaanse gezangen; vermoedelijk waren ze veel vrijer dan ons westerse muziekgevoel ons ingeeft. Maar er kwam ook iets voor terug: de mogelijkheid om samenklanken van tevoren uit te denken. De muzieknotatie was een voorwaarde voor het ontstaan van de meerstemmige koormuziek in de 12e eeuw in Parijs.

Slide 5 - Tekstslide

Visioenen van Hildegard von Bingen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Mystiek: het streven naar -en de persoonlijke ervaring van- éénwording met God.

In het Quam mirabilis van Hildegard von Bingen gaat het over de ontmoeting van God en de mens en wordt het de mens duidelijk dat het de kroon op Gods schepping is.

Het is éénstemmige muziek (monodie), maar wel met meerdere noten per lettergreep en variatie in hoog en laag dit symboliseert de toenadering  tussen de Hemelse God en de aardse mens.  

Slide 8 - Tekstslide

Muzikale ontwikkelingen ME 
lezen blz 34 polyfonie en de mis
we beluisteren fragment v204 en v205
v204: Notre dame school > Polyfonie, cantus firmus
v205: polyfonie. gelijkwaardigheid stemmen
                                     

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk 17 november
Nakijken wb opdr 35 t/m 42 Mariaverering op blz 21 t/m 23
Maken opdr 43 t/m 52 wb blz 24
Lezen blz 36 t/m 39

Slide 10 - Tekstslide