30-03 Les: Thema 2 ecologie

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
Aan het einde van deze les kan je:
1. Opnoemen wat een producent, consument en reducent is.
2. Opnoemen wat biotische en abiotische factoren zijn.
3. Kan je een voedselketen maken en vertellen dat er energie verloren gaat bij consumeren.
4. Aanpassingen opnoemen bij planten en dieren. 

Slide 2 - Tekstslide

Producent, consument en reducent
Producent = plant
Produceren (maken) het eten door fotosynthese

Consument = dieren die planten of andere dieren eet
Wij zijn consumenten

Reducent = bacteriën en schimmels
Ruimen alle dode resten op

Slide 3 - Tekstslide

Maak de voedselketen!
Tip: begin altijd met een producent
Kikker
Vlinder
Vlierbes

Slide 4 - Sleepvraag

Maak een voedselketen, door de organisme naar de juiste plaats te slepen.
1     --> 
2       -->
3       -->
4
kikker
Algen
Waterslak
blauwe reiger

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

Extra hulp
Organisme: 1 lieveheersbeestje
Populatie: De lieveheersbeestjes in de omgeving
Leefgemeenschap: De lieveheersbeestjes + planten + andere dieren in de omgeving
Ecosysteem: Alle levende en dode dingen + alle levenloze dingen (zoals water)

Slide 7 - Tekstslide

Een konijn is een
A
Individu
B
Populatie
C
Leefgemeenschap
D
Ecosysteem

Slide 8 - Quizvraag

Juist/onjuist:
Alle konijntjes op Texel zijn een populatie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Juist/onjuist:
Alle konijntjes op Texel en Terschelling zijn een populatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Even ophalen

Slide 11 - Tekstslide

Biotisch
Abiotisch
Roofdieren
Parasieten
Temperatuur
Licht
Reducenten
Regen
WInd
Ziekteverwekkers
Soortgenoten
Zuurgraad bodem (PH)

Slide 12 - Sleepvraag

Aanpassingen bij planten
Voorjaarsbloeiers (rond deze tijd): want de bomen hebben nog geen blaadjes = geen schaduw dus veel zon
Schaduwplanten: hebben grote bladeren voor zoveel mogelijk licht. 
Wortels: Zijn lang en diep als er weinig water is.
Bladeren: Klein bij veel licht.

Slide 13 - Tekstslide

Welke planten groeien het best op de grond van het bos?
A
zonplanten
B
Schaduwplanten

Slide 14 - Quizvraag

Vogels hebben snavels die zijn aangepast aan wat ze eten.
Waarvoor is een pincetsnavel geschikt?
A
om zaden te eten
B
om vlees af te scheuren
C
om insecten te eten
D
om bodemdiertjes te eten

Slide 15 - Quizvraag

Voedselketen oefenen
In een lindeboom zit bladluis. Zij eten de blaadjes van de lindeboom. De eigenaar gaat de bladluis biologisch bestrijden met lieveheersbeestjes, want zij eten graag bladluis. De lieveheersbeestjes worden gegeten door wespen. De wespen worden door de huismus gepakt en aan de jongen van de huismus gevoerd. (Het zijn 5 schakels)

Slide 16 - Tekstslide

En nu gaan jullie zelf aan de slag.
Ga naar: https://eindexamensite.nl/
Maak de volgende onderdelen:
1.  vorm, bouw en leefwijze
2. ecosysteem
3. biotisch en abiotisch

Slide 17 - Tekstslide