3 Persoonsvorm = tijd- en getalproef
Werkwoordelijk gezegde = alle werkwoorden + te + aan het + splitsww
Onderwerp = wie/wat + werkwoordelijk gezegde?
Lijdend voorwerp = wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp?
4A Bo | pakte | de mobiel van Britt | af.
ond wwg lv wwg