:es 4: De organen voor vertering

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
P1: Stoffen
biologie
natuurkunde
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
ExactMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
P1: Stoffen
biologie
natuurkunde

Slide 1 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
P1: Stoffen
Deze les

  • Goaley code invullen
  • Leerdoelen
  • 2.3 De organen voor vertering
  • maken 2.3 opdr 1 t/m 8


  

Slide 2 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
P1: Stoffen
wdxn6

Slide 3 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
P1: Stoffen
v03ml

Slide 4 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Leerdoelen
Ik kan de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.

Slide 5 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Speeksel
  • De vertering van voedsel begint in je mondholte. 

Slide 6 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Speeksel
  • De vertering van voedsel begint in je mondholte. 
  • Je speekselklierenproduceren speeksel, een verteringssap dat bestaat uit water, slijm en een enzym. 

Slide 7 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Speeksel
  • De vertering van voedsel begint in je mondholte. 
  • Je speekselklierenproduceren speeksel, een verteringssap dat bestaat uit water, slijm en een enzym. 
  • Het enzym in speeksel zorgt voor de vertering van zetmeel. Hierdoor wordt zetmeel in je voedsel voor een deel al in je mond verteerd.

Slide 8 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Slokdarm
  • Met je tong verplaats je het voedsel vanuit je mondholte naar je keelholte. 

Slide 9 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Slokdarm
  • Met je tong verplaats je het voedsel vanuit je mondholte naar je keelholte. 
  • Door te slikken wordt het voedsel in je slokdarm geduwd. 

Slide 10 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Slokdarm
  • Met je tong verplaats je het voedsel vanuit je mondholte naar je keelholte. 
  • Door te slikken wordt het voedsel in je slokdarm geduwd. 
  • Bij het inslikken wordt de neusholte automatisch afgesloten met de huig en de luchtpijp met het strotklepje. 

Slide 11 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Slokdarm
  • Met je tong verplaats je het voedsel vanuit je mondholte naar je keelholte. 
  • Door te slikken wordt het voedsel in je slokdarm geduwd. 
  • Bij het inslikken wordt de neusholte automatisch afgesloten met de huig en de luchtpijp met het strotklepje. 
  • Het voedsel kan dan alleen je slokdarm in.

Slide 12 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De maag

Slide 13 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De maag
  • In de slokdarm vind darmperistaltiek plaats, je maag is daardoor steeds in beweging.

Slide 14 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De maag
  • In de slokdarm vind darmperistaltiek plaats, je maag is daardoor steeds in beweging.
  • Maagsapklieren in de maagwand produceren maagsap. .

Slide 15 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De maag
  • In de slokdarm vind darmperistaltiek plaats, je maag is daardoor steeds in beweging.
  • Maagsapklieren in de maagwand produceren maagsap
  • Maagsap bestaat uit water, zoutzuur en een enzym

Slide 16 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De maag
  • In de slokdarm vind darmperistaltiek plaats, je maag is daardoor steeds in beweging.
  • Maagsapklieren in de maagwand produceren maagsap
  • Maagsap bestaat uit water, zoutzuur en een enzym
  • Het zoutzuur doodt bacteriën die met je voedsel zijn meegekomen. 

Slide 17 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De maag
  • In de slokdarm vind darmperistaltiek plaats, je maag is daardoor steeds in beweging.
  • Maagsapklieren in de maagwand produceren maagsap
  • Maagsap bestaat uit water, zoutzuur en een enzym
  • Het zoutzuur doodt bacteriën die met je voedsel zijn meegekomen. 
  • Door het enzym in het maagsap worden eiwitten in je voedsel voor een deel verteerd.

Slide 18 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De maag
  • In de slokdarm vind darmperistaltiek plaats, je maag is daardoor steeds in beweging.
  • Maagsapklieren in de maagwand produceren maagsap
  • Maagsap bestaat uit water, zoutzuur en een enzym
  • Het zoutzuur doodt bacteriën die met je voedsel zijn meegekomen. 
  • Door het enzym in het maagsap worden eiwitten in je voedsel voor een deel verteerd.
  • Maagportier: beetje voedsel doorlaten naar 12 vingerigedarm.

Slide 19 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier.

Slide 20 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier.
verteringssappen uit lever en alvleesklier

Slide 21 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier.
De lever produceert gal, die tijdelijk wordt opgeslagen in de galblaas. 

Slide 22 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier.

Via de galbuis wordt de gal naar de twaalfvingerige darm gevoerd, wanneer dat nodig is. 

Slide 23 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier.

Galblaas is opslagplaats.

Slide 24 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier.
  • Emulgeren: zie afbeelding

Slide 25 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier.
  • Emulgeren: zie afbeelding
  • Oppervlakte wordt groter.

Slide 26 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier.
  • Emulgeren: zie afbeelding
  • Oppervlakte wordt groter.
  • Vetten beter bereikbaar voor enzymen.

Slide 27 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier.
  • Emulgeren: zie afbeelding
  • Oppervlakte wordt groter.
  • Vetten beter bereikbaar voor enzymen.
  • Vetten worden daardoor sneller verteerd.

Slide 28 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Twaalfvingerige darm, lever, galblaas en alvleesklier.
In alvleessap  zitten verschillende enzymen die zorgen voor de vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten.

Slide 29 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De bouw van de dunne darm

Slide 30 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De bouw van de dunne darm
6 meter lang

Slide 31 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De bouw van de dunne darm
darmplooien

Slide 32 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De bouw van de dunne darm
darmvlok
vergroot 

Slide 33 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De bouw van de dunne darm
darmvlok
vergroot 
Groter oppervlak = betere opname van stoffen

Slide 34 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De bouw van de dunne darm
darmsap

Slide 35 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De bouw van de dunne darm
darmsap
  • Darmsap bevat enzymen die de vertering van eiwitten en koolhydraten afmaken. 

Slide 36 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
De bouw van de dunne darm
  • Darmsap bevat enzymen die de vertering van eiwitten en koolhydraten afmaken. 
  • Daarna kunnen de verteringsproducten via de darmwand worden opgenomen in het bloed.

Slide 37 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Blindedarm
  • Deze darm heeft geen functie. 

Slide 38 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Dikke darm
  • 1,5 meter lang
  • onverteerde resten voedsel
  • bevat veel water
  • water opgenomen in bloed
  • te weing water opgenomen in bloed: diarree

Slide 39 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2.3 De organen voor vertering


  
Dikke darm
onverteerde voedselresten

Slide 40 - Tekstslide

Les 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
AAN DE SLAG en HUISWERK
  • Lezen 2.3 De organen voor vertering
  • maken 2.3 opdr 1 t/m 7
  • Leren 2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • Leren 2.2 Het verteringsstelsel
2.3 De organen voor vertering


  

Slide 41 - Tekstslide