2.3 De organen voor vertering

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Thema 2 Voeding en vertering

1. Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

2.  Het verteringsstelsel

3. De organen voor vertering

4.Gezonde voeding

5. Voedselbederf

6. Voeding en vertering bij zoogdieren

Leerdoelen

6 Je kunt de functies en kenmerken van de delen van het verteringsstelsel noemen.

7 Je kunt de verteringssappen noemen met hun functies.

Vertering

• Afbreken van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen kunnen-> verteringsproducten
• Glucose, mineralen, vitaminen en water direct
  
• Eiwitten, KH, vetten eerst verteren

Mondholte, keelholte, slokdarm

• Speeksel: makkelijk slikken, verteren zetmeel, doden bacteriën

Kauwen: vergroten oppervlak

Maag

Laat kleine hoeveelheden eten door

Produceren maagsap: water, zoutzuur, enzym

Enzym in maagsap: verteren eiwitten

Ligging maag, lever, galblaas, alvleesklier en twaalfvingerige darm

Lever maakt gal

Opslag gal = galblaas

Verschillende enzymen: vetten, eiwitten, koolhydraten

Dunne darm

Darmsap: verschillende enzymen voor verdere afbraak: eiwitten en KH 

Door oppervlakte en dunne wand-> opname voedingsstoffen en verteringsproducten in bloed snel

Via poortader naar lever, naar rest van lichaam

Blindedarm, dikke darm, endeldarm

Vanuit dunne darm: waterige brij van onverteerde resten

Nuttige bacteriën: 

- aanmaak vit. K

- Afbraak cellulose

Endeldarm: ingedikte, onverteerbare voedselresten

Kringspier

Oefenen

Malmberg maken alle opdrachten van 2.3

Volgende les

2.3 De organen voor vertering