paragraaf 1.2

Welkom!

bij economie!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!

bij economie!

Slide 1 - Tekstslide

Programma voor vandaag:
- Lesdoel
-  Wat weet je al?
- Huiswerk van de vorige les
- Begrippen
- Uitleg
- Samen aan het werk
- Zelfstandig aan het werk
- Evaluatie op het lesdoel
-Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Het lesdoel
"Aan het einde van de les kun je vertellen door wie jij (als consument) beïnvloed wordt. Ook ken je de betekenis van het begrip marketing en kun je vertellen waar de 6P's voor staan."

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al van het lesdoel?

Slide 4 - Tekstslide

Waaraan moet jij denken bij het begrip "marketing"?

Slide 5 - Open vraag

Waarvoor staan de 6 P's?

Slide 6 - Open vraag

Wat leren we vandaag en waarom leren we dat?
Vandaag leren we hoe verschillende bedrijven inspelen op de behoeften van consumenten. Het is belangrijk om dit te weten omdat jij hier als consument nog vaak mee te maken krijgt!

Slide 7 - Tekstslide

Het huiswerk van de vorige les
Het huiswerk was:
paragraaf 1.1 afmaken.

Slide 8 - Tekstslide

Nakijken paragraaf 1.1
1. eigen antwoord.
2. klassikaal besproken.
3. a. eigen antwoord
b. Zij hebben minder (of geen) kosten aan woonruimte, voeding en kleding. Dit wordt vaak door de ouders betaald. Hierdoor houden ze geld over om leuke (luxe) dingen van te kopen.
4. smartphone, laptop, spelcomputer en tablet.
5. Er komen winkelpanden leeg te staan, omdat mensen spullen online kopen.

Slide 9 - Tekstslide

Nakijken paragraaf 1.1
6.  eigen antwoord.
7. Op je vrije dag (tijd) ga je naar het strand. Daar koop je van je zakgeld (bezit) een patatje en een ijsje.
8. Met €25 kun je niet alle dingen kopen die op je wensenlijsje staat. Je moet prioriteiten gaan stellen.
9. Wind en zonlicht zijn vrije goederen, dus niet schaars. Maar zonne- en windenergie is wel schaars, omdat er middelen nodig zijn om het te krijgen.
10. Door een hoger inkomen, door meer zelfvoorziening of door lagere prijzen.

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken paragraaf 1.1
11. A, C en D
12. Totaalbedrag : 100 X percentage
1450 : 100 x 67 = €971,50 primaire behoeften
1450 : 100 x 24 = €348,00 secundaire behoeften
1450 : 100 x 9 = €130,50 sparen
13. a. 685 : 100 x 92 = €630,20 besparing
b. Wanneer je zonnepanelen hebt, voorzie je voor een deel in je eigen energiebehoefte.

Slide 11 - Tekstslide

De begrippen van paragraaf 1.2
  • consument
  • marketing
  • marketingmix
  • reclame
  • commerciële en ideële reclame
  • doelgroep

Slide 12 - Tekstslide

Consument
Iedereen die goederen of diensten koopt om in zijn of haar behoeften te voldoen is een consument.

Als bedrijven invloed hebben op jouw koopgedrag, dan noemen we dat commerciële beïnvloeding.
Als vrienden of familie invloed hebben, dan noemen we dat commerciële beïnvloeding.

Slide 13 - Tekstslide

Marketing:
Bedrijven willen graag producten verkopen. Alles wat zij eraan doen om hun producten te verkopen, noemen we marketing.
Hiervoor gebruiken ze de Marketinginstrumenten: de 6 P's.
De 6 P's staan voor: product, prijs, plaats, personeel, presentatie en promotie.
Door marktonderzoek te doen, kan de producent of verkoper er achter komen wat de consument wil (consumentengedrag), en hierop inspelen. Zo richt de producent/verkoper zich beter op zijn doelgroep.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Reclame:
Reclame is bedoeld om aandacht te vestigen op een product of een boodschap.

Slide 16 - Tekstslide

Soorten reclame:
  • Commerciële reclame                   Doel: Meer verkopen


  • Idëele reclame                                  Doel: Gedragsverandering






  • Informatieve reclame                    Doel: Informeren over product
  • Merk reclame                                    Doel: Naamsbekendheid

Slide 17 - Tekstslide

Doelgroepen
  • Mensen uit een bepaalde doelgroep hebben 1 of meerdere overeenkomende kenmerken.
  • Jongeren grote doelgroep (voor bijv. snoep, frisdrank)
  • Bedrijven kiezen een doelgroep
  • Bijvoorbeeld --> ouderen, zakenlui, vrachtwagenchauffeurs en voetbalfans.

Slide 18 - Tekstslide

Samen aan het werk:
Als jij alles snapt van de uitleg dan ga je nu aan het werk met de opdrachten van paragraaf 1.2.
Vind je het nog lastig? Doe dan mee met de inoefening.
Samen maken we opdracht 17 en opdracht 21

Slide 19 - Tekstslide

opdracht 17:
Het schema over reclame.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

opdracht 21:
a. Schatten:
A-merk: Iets meer dan 50%
B-merk: minder dan een kwart -> ongeveer 20%
Huismerk: Iets meer dan eenkwart -> ongeveer 30%

Slide 22 - Tekstslide

opdracht 21:
b. 
formule:       Wat         
                       Waarvan     X 100 = percentage.

A-merk: 936 : 1800 x 100 = 52%
B-merk: 354 : 1800 x 100 = 19,7%
Huismerk: 510 : 1800 x 100 = 28,3%

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk:
Je gaat nu aan het werk met: paragraaf 1.1 opdracht 1 t/m 13.
Dit is huiswerk voor de volgende les.

Slide 24 - Tekstslide

Evaluatie
Bedrijven proberen met commerciële beïnvloeding de consument zover te krijgen dat die bij hen iets kopen. Daarbij gebruiken ze de zes P's: product-, prijs-, plaats-, personeel-, promotie- en presentatiebeleid. Samen vormen die de marketingmix. De merken die te koop zijn, kun je verdelen in A-, B- en Huismerken. Om hun producten onder de aandacht te brengen, geven bedrijven veel geld uit aan commerciële reclame. Dat kan merkreclame zijn, maar ook informatieve. Daarbij richten bedrijven zich vaak op een bepaalde doelgroep, zoals jongeren. Reclame die niets probeert te verkopen, maar alleen het gedrag van mensen probeert te beïnvloeden, heet ideële reclame.

Slide 25 - Tekstslide



Huiswerk??

Slide 26 - Tekstslide