Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Over taal 4.12
Bijzonder taalgebruik
- Aan het einde van de les kun je zinnen met overbodige woorden verbeteren.
- Aan het einde van de les herken je letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bijzonder taalgebruik
- Aan het einde van de les kun je zinnen met overbodige woorden verbeteren.
- Aan het einde van de les herken je letterlijk en figuurlijk taalgebruik.
Slide 1 - Tekstslide
Overbodige woorden
- Je noemt een eigenschap die al bij het begrip hoort.
Mijn vrienden en ik gingen voetballen met een
ronde bal.
Met een
snelle sprint
passeerde ik hem.
Slide 2 - Tekstslide
Welk woord kan worden weggelaten?
De gele citroenen zijn duur.
Slide 3 - Open vraag
Overbodige woorden
- Je zegt twee keer hetzelfde met verschillende woorden.
De kleuters stonden
keurig netjes
in de rij.
Slide 4 - Tekstslide
Welke woorden betekenen hetzelfde?
Ik eet enkel en alleen bruin brood.
Slide 5 - Open vraag
Taalfouten
- Gebruik je bijzonder taalgebruik verkeerd, dan zijn overbodige woorden taalfouten.
Fout:
De ballon stijgt omhoog.
Goed:
De ballon stijgt.
of
De ballon gaat omhoog.
Slide 6 - Tekstslide
Verbeter de volgende zin:
De winkel is open, maar er is echter niemand.
Slide 7 - Open vraag
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik
- Als je iets letterlijk bedoelt, dan bedoel je precies wat je zegt of schrijft.
Het vliegtuig vliegt boven de wolken.
-
Als je iets figuurlijk bedoelt, dan bedoel je niet precies wat je zegt of schrijft.
Als ik jou zie, dan ben ik in de wolken.
Slide 8 - Tekstslide
Letterlijk of figuurlijk?
"Ik heb vlinders in mijn buik."
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 9 - Quizvraag
Letterlijk of figuurlijk?
"Ik heb een zware tas."
A
Letterlijk
B
Figuurlijk
Slide 10 - Quizvraag
Aan de slag!
Maak opdracht: Over taal blok 4
Slide 11 - Tekstslide
Welk woord is overbodig?
De eerste tien klanten krijgen een gratis cadeau.
A
een
B
klanten
C
cadeau
D
gratis
Slide 12 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk bedoelt?
A
Het kindje is zoet aan het spelen.
B
Ik eet met een stalen lepel.
Slide 13 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Over taal 4.12
Oktober 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Over taal 4.12
Oktober 2024
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Formuleren - les 2
Maart 2023
- Les met
17 slides
Over Taal blok 4
Mei 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Woordenschat les 4
Januari 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Woordenschat klas 4 stijlfiguren/ beeldspraak
Oktober 2024
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
Over Taal - Blok 4 - vmbo
Juni 2024
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3
Over Taal - Blok 4 - vmbo
April 2023
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 3